WAARSCHUWING
De temperatuur van het warm water voor huishoudelijk
gebruik wordt (altijd) automatisch verhoogd met de in
lokale instelling [7-00] geselecteerde waarde in vergelijking
met het gebruikersinstelpunt voor warm water voor
huishoudelijk gebruik (T
gebruiksaanwijzing om het instelpunt te selecteren.
Als deze hoge watertemperatuur een potentieel risico op
letsels kan inhouden, moet een mengklep (lokaal te
voorzien) worden geïnstalleerd aan de warmwateruitlaat-
aansluiting van de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik. Deze mengkraan zorgt ervoor dat de temperatuur
van het warm water uit de warmwaterkraan nooit boven de
ingestelde maximumwaarde komt. Deze maximum toelaat-
bare temperatuur van het warm water wordt bepaald
volgens de lokale wetten en regelgevingen.
Als de werking van de boosterverwarming beperkt is
([4-03]=0), dan heeft het instelpunt van de lokale instelling
van parameter [7-00] alleen belang voor het krachtig
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
[7-01] Hysteresewaarde boosterverwarming: temperatuur-
verschil dat de inschakeltemperatuur van de booster-
verwarming bepaalt (T
De minimumwaarde voor de inschakeltemperatuur
van de boosterverwarming (T
onder de uitschakeltemperatuur van de warmtepomp
(T
).
HP OFF
Besturing met dubbel instelpunt
Geldt alleen voor installaties met verschillende warmtegeneratoren
die verschillende instelpunten vereisen.
De besturing met dubbel instelpunt maakt het mogelijk om
2 verschillende instelpunten te genereren.
LET OP
Het is niet mogelijk aan te geven welk instelpunt actief
is!
[7-02] Status besturing met dubbel instelpunt: bepaalt of de
besturing
met
dubbel
gedeactiveerd (0) is.
[7-03] Tweede instelpunt verwarmen: bepaalt de temperatuur
van het tweede instelpunt bij verwarmen.
[7-04] Tweede instelpunt koelen: bepaalt de temperatuur van
het tweede instelpunt bij koelen.
Montagehandleiding
35
). Zie lokale instelling [7-00] en de
U
). T
= T
– [7-01]
BH ON
BH ON
BH OFF
) ligt 2°C (vast)
BH ON
instelpunt
geactiveerd
LET OP
Wanneer besturing met dubbel instelpunt geactiveerd is,
moet
gebruikersinterface worden gemaakt.
(1)
of
LET OP
De installateur is ervoor verantwoordelijk dat er geen
ongewenste situaties kunnen voorkomen.
Het is heel belangrijk dat de temperatuur van het water
voor de vloerverwarmingslussen in de verwarmings-
stand nooit te hoog wordt of in de koelstand nooit te
koud. Anders kan het gebouw schade oplopen of kan
een oncomfortabele situatie ontstaan. In de koelstand
kan zich bijvoorbeeld condensatie op de vloer vormen
wanneer het water voor de vloerverwarmingslussen te
koud is (dauwpunt).
Het eerste instelpunt verwarmen/koelen is het
instelpunt dat op de gebruikersinterface is
geselecteerd.
-
In de verwarmingsstand kan het eerste instel-
punt een vaste waarde of weersafhankelijk
zijn.
-
In de koelstand is het eerste instelpunt altijd
een vaste waarde.
Het tweede instelpunt verwarmen [7-03] moet
gekoppeld zijn aan de warmtegeneratoren die het
hoogste instelpunt vereisen in de verwarmings-
stand. Voorbeeld: ventilatorconvector.
Het tweede instelpunt koelen [7-04] moet
gekoppeld zijn aan de warmtegeneratoren die het
laagste instelpunt vereisen in de koelstand.
Voorbeeld: ventilatorconvector.
De echte waarde van het tweede instelpunt
verwarmen hangt af van de geselecteerde
waarde van instelling [7-03].
-
Wanneer [7-03]=1~24°C, is het echte tweede
instelpunt gelijk aan het eerste instelpunt
verwarmen plus [7-03] (het maximum is 55°C).
Op deze manier is het tweede instelpunt
verwarmen gekoppeld aan het eerste
instelpunt verwarmen.
-
Wanneer [7-03]=25~55°C, is het echte tweede
instelpunt verwarmen gelijk aan [7-03].
De selectie van het tweede of eerste instelpunt
wordt bepaald door de klemmen (X2M: 1, 2, 4).
Het tweede instelpunt heeft altijd voorrang op het
eerste instelpunt.
X2M
SP1
1 2 3 4
SP2
SP2
SP1
de
selectie
verwarmen/koelen
E(D/B)(H/L)Q011~016BA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
Contact eerste
instelpunt
Contact tweede
instelpunt
altijd
op
de
4PW57621-1A