Aansluiting van het watercircuit
De wateraansluitingen moeten worden uitgevoerd in overeen-
stemming met de lokale voorschriften en het aanzichtschema dat bij
de unit is geleverd, en moeten rekening houden met de waterinlaat
en -uitlaat.
Vervorm de unit niet door te forceren wanneer u de
leidingen aansluit. De unit kan slecht werken als de
leidingen vervormd zijn.
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt kunnen er
storingen ontstaan. Daarom moet u bij het aansluiten van het
watercircuit steeds rekening houden met het volgende:
Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
Houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen.
Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
Dicht de aansluitingen af met een goed afdichtmiddel voor
schroefdraad. De afdichting moet bestand zijn tegen de druk en
temperatuur in het systeem.
Bij het gebruik van leidingen van een ander metaal dan
messing, moeten beide materialen van elkaar worden
geïsoleerd om galvanische corrosie te voorkomen.
Omdat
messing
een
materiaal is, moet u het water-
circuit met het juiste gereed-
schap aansluiten. Het verkeerde
gereedschap zou de leidingen
beschadigen.
De unit mag alleen in een gesloten-watersysteem
LET OP
worden gebruikt. Gebruik in een open-watercircuit
kan leiden tot overmatig roesten van de
waterleiding.
Gebruik nooit onderdelen met een zinklaag in het
watercircuit. Deze onderdelen zouden sterk
kunnen corroderen omdat het interne watercircuit
van de unit koperen leidingen bevat.
Wanneer in het watercircuit een 3-wegsklep wordt
gebruikt.
Gebruik bij voorkeur een 3-wegsklep van het
kogeltype voor een volledige scheiding tussen het
circuit voor warm water voor huishoudelijk gebruik
en het circuit voor water voor de vloerverwarming.
Wanneer in het watercircuit een 3-wegsklep of
een 2-wegsklep wordt gebruikt.
De aanbevolen maximum omschakeltijd van de
klep moet minder dan 60 seconden bedragen.
Montagehandleiding
17
zacht
Bescherming van het watercircuit tegen vorst
Het hydraulisch systeem kan schade oplopen door de vorst.
Aangezien deze unit buiten wordt geïnstalleerd en het hydraulisch
systeem daardoor aan vriestemperaturen wordt blootgesteld, moet u
erop toezien dat het systeem niet kan bevriezen.
Alle hydraulische delen zijn geïsoleerd om warmteverlies te
beperken. Voorzie de lokale leidingen van isolatie.
De unit is al uitgerust met verscheidene functies om vorstschade te
voorkomen.
De software bevat speciale functies met de pomp en de
backupverwarming die het volledige systeem beschermen tegen
de vorst.
Deze functie is alleen actief wanneer de unit uit staat.
Alleen voor EDL- en EBL-units:
Als extra beveiliging is een verwarmingslint rond de leiding
gewikkeld om de vitale delen van het hydraulische systeem in de
unit te beschermen.
Dit verwarmingslint werkt alleen in het geval van een abnormale
situatie met de pomp en beschermt alleen interne delen van de
unit. Het kan geen lokaal geïnstalleerde delen buiten de unit
beschermen.
De installateur moet het lokale verwarmingslint voorzien.
In het geval van een stroompanne kunnen de hiervoorvermelde
functies de unit niet beschermen tegen de vorst.
Als er zich een stroompanne kan voordoen terwijl er niemand bij de
unit aanwezig is, dan raadt Daikin aan om glycol aan het
watersysteem toe te voegen. Zie
pagina
17.
Zie
"[4-04] Vorstbeveiligingsfunctie" op pagina
Zorg dat het watersysteem gevuld is met een gewichtsconcentratie
van glycol overeenkomstig de laagste verwachte temperatuur, zoals
vermeld in onderstaande tabel.
Minimale buitentemperatuur
–5°C
–10°C
–15°C
–20°C
–25°C
WAARSCHUWING
(a)
ETHYLEENGLYCOL IS GIFTIG
(b)
De in de bovenstaande tabel vermelde concentraties
voorkomen niet dat het medium bevriest, maar wel dat
de hydraulische delen barsten.
(c)
Het maximum toegestane watervolume wordt dan
verlaagd
in
overeenstemming
"Maximum toegestaan watervolume" op pagina
Voorzichtig: "Gebruik van glycol"
Voorzichtig: Gebruik van glycol
Voor installaties met een tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik, is het gebruik van propyleen-
glycol, waaronder ook de vereiste corrosieremmers,
alleen toegestaan als het in Categorie 3 valt volgens
EN1717 of equivalent op basis van de nationale
regelgevingen.
In het geval van overdruk bij het gebruik van glycol,
moet u de veiligheidsklep aansluiten op een
afvoerbak om de glycol te recupereren.
Hiertoe is een uitbreekopening voorzien in de achter-
plaat van de unit zodat u een afvoerleiding kunt
aansluiten op de veiligheidsklep.
Als er geen glycol wordt gebruikt, dient geen afvoer-
leiding te worden aangesloten. Het vrijgekomen water
wordt dan via de onderkant van de unit afgevoerd.
Voorzichtig: "Gebruik van glycol" op
33.
(a)(b)(c)
Glycol
10%
15%
20%
25%
30%
met
afbeelding
16.
E(D/B)(H/L)Q011~016BA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW57621-1A