1. Mesbout
3. Plaats het mes met de wiek in de richting van
het maaidek en bevestig de antiscalpeercup en de
mesbout. Draai de mesbout vast met een torsie van
115–149 Nm.
Het mes controleren en slijpen
Twee gebieden zijn erg belangrijk bij het controleren en
onderhouden van het maaimes: de wiek en de snijrand.
Zowel de snijranden als de wiek – dat is het deel dat
naar boven steekt tegenover de snijrand – zorgen ervoor
dat het mes een goede maaikwaliteit levert. De wiek
is belangrijk omdat dit het gras rechtop zet zodat het
gelijkmatig wordt gemaaid. De wiek zal echter tijdens
het gebruik langzaam slijten, en dit is normaal. Als de
wiek slijt, zal de maaikwaliteit geleidelijk aan enigszins
afnemen, hoewel de snijranden scherp blijven. De
snijrand van het mes moet scherp zijn zodat het gras
wordt gemaaid en niet wordt afgescheurd. De snijrand
is kennelijk bot als de punten van de grassprieten bruin
zijn of kapot zijn gescheurd. Slijp de snijranden om dit
te verhelpen.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
breng het maaidek omhoog, stel de parkeerrem in
werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand
en schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor af
en verwijder het sleuteltje uit het contact. Zet het
maaidek vast om te voorkomen dat dit per ongeluk
naar beneden valt.
2. Controleer nauwkeurig de uiteinden van het
maaimes, in het bijzonder op de plaats waar het
platte en het gebogen deel samenkomen (Figuur 22).
Omdat het metaal dat het platte en het gebogen
deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand
en ander schurend materiaal, moet u dit steeds
controleren voordat u gaat maaien. Als u slijtage
opmerkt (Figuur 22), moet u het mes vervangen, zie
Het maaimes verwijderen.
2
1
G010555
Figuur 21
2. Antiscalpeercup
1. Snijrand
2. Gebogen deel/wiek
Als het mes gaat slijten, kan er een groef
ontstaan tussen de wiek en het platte deel van
het mes (Figuur 22). Uiteindelijk kan dan een
stuk van het mes afbreken en van onder de
maaikast worden weggeslingerd waardoor de
bestuurder of een omstander ernstig letsel kan
oplopen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes
door een nieuw Toro mes om er zeker van te
zijn dat de machine altijd veilig kan worden
gebruikt.
3. Controleer de snijranden van alle messen. Als de
snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen,
moeten ze worden geslepen. Gebruik een vijl
om de bovenkant van het mes te slijpen en de
oorspronkelijke snijhoek te behouden en te zorgen
dat het mes scherp blijft (Figuur 23). Het mes zal in
balans blijven als dezelfde hoeveelheid metaal aan
beide snijranden wordt weggehaald.
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op
een slijpmachine, zie Het maaimes verwijderen.
Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u het
mes met de antiscalpeercup en de mesbout. De
18
Figuur 22
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
Figuur 23