1.2 Opmerkingen voor de installatie
Opmerkingen voor installatie
1) Steek de 220V~50Hz stroom direct in de bedradingscontactdoos L, N-aansluitingen van de
gecentraliseerde bediening.
2) Leg de signaaldraad en de stroomdraad van de gecentraliseerde bediening niet in dezelfde
stroomdraadpijp, er moet een afstand van 300~500mm zijn tussen twee pijpen.
3) De signaalbus van de centrale besturing mag niet groter zijn dan 1200m.
4) Er is geen tussenverbinding toegestaan voor de afgeschermde kabel. Als verbindingen onvermijdelijk
zijn, krimpt u deze met de terminal.
5) Nadat de gecentraliseerde bediening is aangesloten, gebruikt u geen megohmmeter om de isolatie
van de signaalkabel te inspecteren.
6) Bedradingsmodus van de gecentraliseerde bediening en de netwerkinterface:
De communicatiepoort tussen de gecentraliseerde bediening en de netwerkinterface van de
airconditioner is polariteit gevoelig. De X, Y en E aan beide zijden moeten correct overeenkomen.
Verbind de kabels niet met elkaar. Dezelfde principes gelden voor de RS485-RS232 van de
gecentraliseerde bediening.
Juiste verbinding
1.3 Installatieprocedure
Procedure voor de installatie van de schakelkast van gecentraliseerde bediening
De afmeting van de gecentraliseerde bedieningsdraad is afhankelijk van de lengte. Gebruik een
bedradingspijp die kan worden aangepast aan de draden van de gecentraliseerde bediening om de installatie
uit te voeren.
Onjuiste verbinding
KCCT-64 I (B)
Fig.1.1 Installatie-afmetingen (unit: mm)
Onjuiste verbinding
5
Onjuiste verbinding
KCCT-64 I (B)