In de interface voor het instellen van de gecentraliseerde bediening kiest u het instelobject alle
airconditioners van het netwerk van gecentraliseerde bediening, u houdt "
vervolgens op "
Als de huidige status de modusvergrendeling is, drukt u op de toets om te ontgrendelen. Als er
geen modusvergrendeling is, drukt u op de toets om te vergrendelen.
4. Gecentraliseerde bediening toets vergrendelen en ontgrendelen
1) Effect
In toetsvergrendelingsstatus, behalve ontgrendeling en "
ongeldig.
2) Werking
1- Druk op de "
gecentraliseerde bediening zullen worden vergrendeld of ontgrendeld.
Als de huidige status toetsvergrendeling is, drukt u op de toets om te ontgrendelen.
Als er geen toetsvergrendeling is van de gecentraliseerde bediening, drukt u op de toets om te
vergrendelen.
2- Als de achtergrondverlichting uit is, zal de bedieningstoets automatisch vergrendeld zijn, de
achtergrondverlichting moet oplichten door op een willekeurige toets te drukken, druk daarna op
de "
" toets en houd deze ingedrukt, druk op de "
30 seconden geen activiteit is, wordt de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld, de
bedieningstoets wordt automatisch weer vergrendeld.
2.3.5 AAN en UIT inwerkingstelling
Gebruik de "
" toets en de "
het gecentraliseerde bedieningsnetwerk.
De AAN-modus zal overeenstemmen met de systeemmodusvergrendeling of andere limietvoorwaarden voor
het beoordelen. Als er sprake is van een conflict, zal het zich automatisch aanpassen aan de volgende modus
zonder conflict; als alle modi conflicteren, dan kan het apparaat niet worden bediend.
1. Gebruik de "
" toets om het apparaat AAN en UIT te zetten
Kan één airconditioner of alle airconditioners in het gecentraliseerde bedieningsnetwerk bedienen.
1) Kies het object. Druk op de "
gecentraliseerde bedieningsnetwerk te kiezen. Als u een enkele airconditioner kiest, gebruik dan "
", "
", "
", en "
2) Gebruik "
kiezen, bedrijfsparameters.
3) Gebruik de "
bedieningsobject. Na het instellen van de bedrijfsparameter voor de airconditioner, als u niet op de
"
" toets drukt zal de instellingsparameter niet naar de airconditioner verzonden worden en zal deze
ook de huidige werking niet beïnvloeden (behalve bij vergrendeling van de inwerkingstelling).
2. Gebruik de "
" toets om het apparaat AAN of UIT te zetten
Deze kan alleen gebruikt worden voor alle airconditioners in het gecentraliseerde bedieningsnetwerk niet
voor een enkele airconditioner.
"
" toets lang indrukken: druk deze toets langer dan 2 seconden in, laat hem dan los.
"
" toets kort indrukken: druk deze toets in en laat binnen 2 seconden los. Afhankelijk van de
verschillende toestanden en bedrijfsmethoden van de airconditioners in de huidige gecentraliseerde
bediening, zijn er de volgende situaties:
" om de modus te vergrendelen of te ontgrendelen.
" toets en houd deze ingedrukt, druk daarna op de "
"toets om de inwerkingstelling AAN en UIT te zetten voor de airconditioners in
" toets om een enkele airconditioner of alle airconditioners in het
" om de airconditioner te kiezen.
", " ", " ", en "
"om de werkingsmodus, ventilatorsnelheid, temperatuurinstelling enz. te
" toets, de gecentraliseerde bediening stuurt de relatieve volgorde naar het
" toets, alle andere toetsactiviteiten zijn
"toets om de toets te ontgrendelen. Als er
14
" ingedrukt en drukt
" toets, de toetsen van de