Gebruik, tabellen, tips
Het juiste kookgerei
Hoe beter de kookpot of de pan, des te beter
wordt het kook-- of braadresultaat
Goed kookgerei kunt u herkennen aan de bodem.
D
De bodem moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Gebruik geen kookpotten uit gietijzer of met be-
D
schadigde bodems die ruw zijn of bramen verto-
nen. Bij het verschuiven hiervan kunnen krassen
ontstaan.
Kookgerei met bodems uit aluminium of koper
D
kan metaalachtige verkleuringen achterlaten op
het vitrokeramische oppervlak, die slechts moei-
lijk of helemaal niet te verwijderen zijn.
Kookpotten en pannen mogen niet kleiner zijn
D
dan de kookzone en best niet meer dan 2 – 4 cm
groter dan de diameter van de kookzone.
In koude toestand zijn de bodems gewoonlijk
D
lichtjes naar binnen gewelfd (concaaf). Ze mogen
niet naar buiten gewelfd zijn (convex).
Let bij een nieuwe aankoop van kookpotten en
D
pannen op de diameter van de bodem. Fabrikan-
ten geven vaak de bovenste diameter van de
kookpotrand aan.
Wanneer u speciaal kookgerei gebruikt, bv. snel-
D
kookpan, au--bain--marie--pan of wok, neem dan
de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Algemene aanwijzingen
De bodem moet altijd zuiver en droog zijn.
D
Om lelijke krassen op het vitrokeramische opper-
D
vlak te vermijden, mogen de kookpotten en pan-
nen bij het verplaatsen niet geschoven, maar op-
getild worden.
Krassen kunnen ook ontstaan door zandkorrel-
D
tjes (bv. door het schoonmaken van groenten
vooraf) die met de kookpot over het kookopper-
vlak getrokken worden.
Gebruik hoge kookpotten voor gerechten met
D
veel vloeistof, zo kan er niets overkoken.
Tips voor energiebesparing
U bespaart waardevolle energie wanneer u de vol-
gende punten in acht neemt:
Kookpotten en pannen steeds voor het inschake-
D
len op de kookzone zetten.
Enkel geschikt kook-- en braadgerei met gladde,
D
egale bodem gebruiken.
8
8
8
12
8
8
8
8