olie, aan op het geribde uiteinde van de fitting om de
geribde fitting gemakkelijker te monteren in de slang.
1.
Steek de elleboog met flens die u verwijderd
hebt in stap
3
van
(bladz. 19)
in de inlaatslang van 2,5 x 66 cm en
bevestig de fitting met de klem die u bewaard
hebt
(Figuur
36)
1. Elleboog met flens
(machine)
2. Slangklem
3. Ingaande slang 2,5 x
66 cm
4. 90° naaffitting
2.
Steek het geribde uiteinde van een naaffitting
van 90° in het andere uiteinde van de inlaatslang
en bevestig met een slangklem; zie
Opmerking:
Lijn het platte vlak van de
elleboog uit met het platte vlak van de naaffitting
van 90°.
3.
Monteer een O-ring in de O-ringgroef van de
naaffitting van 90°
4.
Steek de naaf van de fitting van 90° in een
uiteinde van de bovenste T-fitting
en bevestig de naaffitting met een borgclip aan
de T-fitting.
5.
Monteer de grote O-ring in de O-ringgroef
van de verloopnaaf, en de kleine O-ring in de
O-ringgroef van de naaffitting van 90°
37).
De inlaatslang verwijderen
Figuur 36
5. O-ring
6. Bovenste T-fitting (set)
7. Borgclip
Figuur
(Figuur
36)
(Figuur
(Figuur
1. O-ring (groot)
2. Verloopnaaf
3. Overbrengingsslang 1,9 x
61 cm
4. Slangklem
g029027
6.
Monteer de naaffitting van 90° in de verloopnaaf
en bevestig de fittings met een borgclip
37).
7.
Monteer de overbrengingsslang van 1,9 x 61 cm
op het geribde uiteinde van een naaffitting van
90° en bevestig de slang en de fitting met een
slangklem
De bovenste T-fitting en de
36.
inlaatslang monteren
1.
Monteer de 2 grote O-ringen in de O-ringgroeven
aan weerszijden van de naafconnector
38)
36)
20
Figuur 37
5. 90° naaffitting
6. Borgclip
7. O-ring (klein)
(Figuur
37).
g029028
(Figuur
(Figuur