2-INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
AANSLUITING OP DE EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is absoluut noodzakelijk dat het vertrek waarin het product geïnstalleerd wordt op adequate wijze geventileerd wordt om te garanderen
dat er voldoende lucht is voor een correcte verbranding in het apparaat. Dit kan plaatsvinden door middel van passende ventilatie-openingen
in het vertrek zelf, dan wel in een aangrenzende vertrek, via een permanente opening tussen de vertrekken (de ventilatie van de omgeving is
niet nodig in het geval van installatie met Oyster-technologie waarin de verbrandingslucht rechtstreeks van buiten af gekanaliseerd wordt).
Breng hiervoor op de buitenmuur, in de nabijheid van het product, een doorgangsgat tot stand met een vrije minimumdoorsnede van 80 cm²
(diameter gat 11 cm of vierkant 10x10 cm rekening houdend met de gebruikelijke beschermroosters), dat naar buiten toe door een rooster
beschermd wordt.
De luchtinlaat moet bovendien als volgt zijn:
•
beschermd door roosters, metaalgaas, enz., zonder dat de nuttige netto doorsnede hierdoor kleiner wordt.
•
Zodanig geplaatst zijn dat de inlaat niet verstopt kan raken.
•
Zodanig uitgevoerd zijn dat het mogelijk is de onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
•
Rechtstreeks aan het vertrek van installatie grenzen.
•
In het geval van kanaliseringen tot 3,5 strekkende meter moet de doorsnede met circa 5% vergroot worden terwijl deze voor grotere
maten met 15% verhoogd moet worden.
Houd u er rekening mee dat de nuttige doorsnede van de ventilatieroosters altijd op één zijde in cm
wordt. Bij de keuze van het rooster en van de afmeting van het gat moet worden gecontroleerd of de nuttige
doorsnede van het rooster groter of gelijk is aan de doorsnede die door het bedrijf voor de werking van het product
vereist wordt.
BELANGRIJK!
De luchttoevoer kan ook verkregen worden uit een aangrenzend vertrek op voorwaarde dat deze luchtstroom vrij
door de permanente openingen kan stromen die in verbinding staan met de buitenlucht. De luchtinlaatopeningen
mogen niet in verbinding staan met verwarmingsinstallaties, garages, keukens of badkamers.
AANSLUITING OP DE SCHOORSTEEN
De schoorsteen is het fundamentele element voor de afvoer van de rookgassen en moet dus aan de volgende eisen voldoen:
•
hij moet waterbestendig en thermisch geïsoleerd zijn.
•
Hij moet uitgevoerd zijn met materialen die op lange termijn bestand zijn tegen mechanische krachten, hitte, de inwerking van
verbrandingsproducten en de condens daarvan.
•
Hij moet een verticaal verloop hebben met afwijkingen van de as die niet groter zijn dan 45° en mag geen vernauwingen vertonen.
•
Hij moet geschikt zijn voor de specifieke werkvoorwaarden van het product en voorzien zijn van de CE-markering (EN1856-1,
EN1443).
•
Hij moet de correcte afmetingen bezitten om te voldoen aan de eisen inzake trek/afvoer van de rook die nodig is voor de goede
werking van het product (EN13384-1).
•
Hij moet bij voorkeur een cirkelvormige binnendoorsnede hebben.
•
Indien de schoorsteen al aanwezig is en gewerkt heeft, moet hij op passende wijze gereinigd worden.
De schoorsteen is van primair belang voor de correcte werking en de veiligheid van uw product.
Hierna volgen enkele aanwijzingen voor de correcte installatie. Eventuele alternatieve opstellingen moeten de juiste afmetingen hebben,
volgens de algemene berekeningsmethode van de norm UNI EN13384-1.
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
aangegeven
2
11