U kunt ook de belichtingscompensatie instellen. Druk op n en
•
selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad 4. Selecteer vervolgens
[Flitsbel. comp.] en druk op qr om een instelling te selecteren.
Als u op de knop r drukt en onmiddellijk op n drukt, verschijnt het
•
instellingenscherm.
De flitsuitvoer aanpassen
In de modus D kunt u 3 niveaus selecteren voor flitsuitvoer.
U kunt het niveau voor flitsuitvoer ook instellen. Druk op n en
•
selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad 4. Selecteer vervolgens
[Flits output] en druk op qr om een instelling te selecteren.
In de modi M en B kunt u de flitsuitvoer instellen als u op n
•
drukt om het tabblad 4 te selecteren, en vervolgens [Flits Instellingen]
selecteert en de optie [Flits mode] instelt op [Handmatig].
Als u op de knop r drukt en onmiddellijk op n drukt, verschijnt het
•
instellingenscherm.
Stel het programmakeuzewiel in
op D.
Selecteer het niveau voor
flitsuitvoer.
●
Nadat u op de knop r hebt gedrukt, moet
u onmiddellijk de Ï-ring draaien en het
niveau voor uitvoer selecteren. Druk
vervolgens op de knop m.
Na het instellen verschijnt ~ op het
scherm.
De flitsuitvoer aanpassen
109