5.
Selecteer de juiste opties voor Paginaranden
afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukstand. Klik op
de knop OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
6.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK
om de taak af te drukken.
De afdrukrichting selecteren (Windows)
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de
knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
65