Een multi-trackproject aanmaken
7
8
Vervolg op volgende pagina
Controleer de track (weergave)
a
Pas de track aan
1 Druk op de PLAY-knop.
• De diverse tracks die u onder het project hebt
opgenomen zullen samen worden afgespeeld.
• U kunt de toonhoogte wijzigen door op de
p / q -knop te drukken wanneer een track is
geselecteerd. Als u op de p -knop drukt, stijgt de
toonhoogte met een halve toon (#1–6); een druk
op de q -knop doet de toonhoogte een halve
toon zakken ( 1–6). Stel de cursor in op de track die
u wilt afspelen en druk op de knop Fn (Key Shift);
u kunt nu de toon van de geselecteerde track
aanpassen. U kunt echter geen track selecteren
voor toonaanpassing wanneer weergave bezig is.
a Huidige toonhoogte
• Om naar een specifieke track te luisteren en de
andere te dempen, stelt u de cursor in op de track
die u wilt afspelen en druk u op de knop Fn (Solo).
Zorg ervoor dat u de functie [Solo] op voorhand aan
de Fn-knop hebt toegewezen (
• Om het bestand terug te spoelen houdt u de
0-knop ingedrukt wanneer de recorder zich in
de stop- of weergavemodus bevindt.
• Om het bestand vooruit te spoelen houdt u
de 9-knop ingedrukt wanneer de recorder
zich in de stop- of weergavemodus bevindt.
1 Selecteer de aan te passen track met de
knop +/−.
2 Druk op de 9-knop om de instelling te
kiezen die u wilt wijzigen.
• Het bewerkingsscherm schakelt elke keer
u op de 9-knop drukt. Om terug te
keren naar het vorige scherm, drukt u op de
0-knop.
4 Dempen: Druk eenmaal op 9.
U kunt dempen voor elke track instellen. Wijzig
de instelling voor dempen met de +/−-knop.
De dempingsfunctie kan worden toegewezen
aan de Fn-knop.
☞
Blz. 106).
NL
61
4