Bedieningselementen
1
2
3
4
5
9
0
a
b
4
1 Belichtingscompensatieknop (J)
Druk deze knop in om de waarden voor de
belichtingscompensatie in te stellen. (p.35)
In de afspeelstand kunt u de laatst gemaakte JPEG-
6
opname ook opslaan in de RAW-indeling. (p.39)
2 Groene toets (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd.
7
3 Ontspanknop (0)
Druk deze knop in om opnamen te maken. (p.29)
Druk deze knop tijdens de weergavestand half in om over
te gaan naar de opnamestand.
4 Hoofdschakelaar
Hiermee schakelt u de stroom in/uit of schakelt u naar
de stand C (video). (p.26, p.35)
8
Wanneer de camera wordt aangezet, komt deze in de stand
A (foto's) en gaat het indicatielampje groen branden.
Wanneer de schakelaar op C wordt gezet, komt de camera
in de stand C en gaat het lampje rood branden.
5 E-knop voorzijde (Q)
c
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals de
belichting (p.34)
d
U kunt de menucategorie wijzigen indien een menuscherm
getoond wordt. (p.11)
Gebruik dit, in de afspeelmodus, om een andere opname
e
te selecteren.
6 Uitklapknop flitser (1)
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.37)
f
7 RAW/Fx-knop (P)
g
U kunt aan deze knop een functie toewijzen
h
8 Schakelaar scherpstelstand
Hiermee wordt de scherpstelstand gewijzigd. (p.28)