■ Weergeven van een opgenomen uitvoering
Gebruik de procedure onder
melodie om deze weer te
de melodieën in het bereik van 163 t/m 168 te selecteren.
■ Veranderen van het nummer van de melodie voor
de opnamebestemming in de opname-
paraatstand
1.
Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/
STOP lang ingedrukt.
Hierdoor verschijnt "Rec Trk" op het display.
2.
Gebruik de bo regelaar om "MltRec X" (X is
een waarde van 1 t/m 5) te selecteren en druk
dan op bp ENTER.
3.
Gebruik de bo regelaar om het nummer weer te
geven van de melodie waarnaar u wilt
opnemen.
4.
Druk op bp ENTER.
5.
Druk op 5 RECORD/STOP om het
instelscherm te verlaten.
■ Veranderen van het bestemmingsspoor in de
opname-paraatstand
1.
Houd in de opname-paraatstand 5 RECORD/
STOP lang ingedrukt.
Hierdoor verschijnt "Rec Trk" op het display.
2.
Druk op bp ENTER.
3.
Gebruik de bo regelaar om het spoor te
selecteren waarop u wilt opnemen.
4.
Druk op bp ENTER.
5.
Druk op 5 RECORD/STOP om het
instelscherm te verlaten.
• Zie
"Betreffende
sporen" (pagina NL-41) voor details over
het opnamespoor.
"Selecteren van een ingebouwde
geven" (pagina NL-26) om een van
Opnemen van uw toetsenbordspel
Overdubben van een opgenomen
spoor
In aanvulling op het toetsenbordspel en de automatische
begeleiding die u opneemt op spoor 1, kunt u tot vijf sporen
van het toetsenbordspel overdubben.
■ Betreffende sporen
Er zijn zes sporen, genummerd 1 t/m 6.
• Mocht u geen spoornummer specificeren tijdens het
opnemen, dan wordt automatisch op spoor 1 opgenomen.
In aanvulling op wat u op het toetsenbord speelt, wordt de
volgende informatie ook opgenomen.
• Spoor 1
Toonnummer (Upper1, Upper2, Lower), ritmenummer,
ritmeregelaar, volume van toetsenbord, volumeniveau van
automatische begeleiding, tempo, maatslag,
nagalminstelling, zwevingsinstelling, akkoordspel,
lagenspel, splitsingsspel, toonschaalinstelling, instelling
voor octaafverschuiving, pedaalbediening, bediening van
toonhoogteregelaar, instelling van toonhoogtebereik
• Sporen 2 t/m 6
Toonnummer (Upper1), pedaalbediening, bediening van
toonhoogteregelaar, instelling van toonhoogtebereik
■ Opnemen op de sporen 1 t/m 6
1.
Druk op bs SONG BANK.
2.
Gebruik de bo regelaar om het nummer weer te
geven van de melodie waarnaar u wilt opnemen.
3.
Druk op 5 RECORD/STOP.
Hierdoor verschijnt "Rec Trk" op het display.
R e c T r k
• Om de opname-paraatstand te annuleren, drukt u net
zo vaak op 5 RECORD/STOP als nodig is om de
RECORD indicator te laten verdwijnen.
4.
Druk op bp ENTER.
NL-41