Een opdracht selecteren en scannen
1
Plaats het document in de scanner.
Het hoofdvenster voor Opdracht scannen verschijnt.
2
Klik op een opdracht.
Wenk
• Als u [Controleer uitvoer na scannen] instelt op [AAN] kunt u de
uitvoerinstellingen controleren na het scannen.
• Als het aankruisvakje [Continu scannen inschakelen] is
ingesteld op [AAN], kunt u doorgaan met scannen nadat alle
pagina's van een document zijn gescand.
3
(Zie pag. 31)
Als u scanvoorwaarden configureert die veel computergeheugen
vergen, kan het scannen stoppen vanwege te weinig geheugen. Als
er een foutmelding verschijnt omdat er onvoldoende geheugen is
tijdens het scannen, sluit dan de toepassing af, wijzig de
scanvoorwaarden en probeer opnieuw te scannen.
50
Klik op de startknop.
Het document wordt gescand. Terwijl het scannen bezig is, wordt
het aantal gescande pagina's weergegeven bij de
scannerinstellingen.
Wanneer alle pagina's van het document zijn gescand, worden de
gescande beelden uitgevoerd conform de instellingen van de
geregistreerde opdracht en verschijnt het voltooiingsvenster.
ATTENTIE