Installatie- en gebruikshandleiding | idOil-30 Battery, idOil-30 Battery 3G
De
binnentemperatuur
omgevingstemperatuur. Hiermee moet worden rekening gehouden bij de bekabeling van
het apparaat.
De idOil-regeleenheid mag niet in explosiegevaarlijke omgevingen worden geïnstalleerd,
maar een sensor die erop is aangesloten, kan in een explosiegevaarlijke omgeving van de
zones 0, 1 en 2 worden geïnstalleerd.
In installaties met explosiegevaarlijke omgeving moeten de nationale voorschriften en
toepasselijke normen IEC / EN 60079-25 Intrinsiek veilige elektrische systemen "i" en/of
IEC/EN 60079-14 Explosieve atmosferen - Ontwerp, selectie en montage van elektrische
installaties allemaal worden gevolgd.
Als er mogelijk gevaar is op statische ladingen in de meetomgeving, moet de
potentiaalvereffening toegepast worden volgens de voorschriften betreffende explosieve
omgevingen. Potentiaalvereffening gebeurt door alle geleidende delen op dezelfde
potentiaal aan te sluiten, bijv. iin een aansluitdoos. De externe aardaansluiting moet
worden gebruikt en aangesloten.
De instructies voor inspectie en onderhoud van Ex-apparatuur in de normen IEC/EN
60079-17 en IEC/EN 60079-19 moeten worden gerespecteerd bij het uitvoeren van
service-, inspectie- of reparatieprocedures in mogelijk explosieve omgevingen.
De voedingsspanning van het apparaat kan worden geleverd door batterijen/accu's bijv. via
Labkotec Battery Box 10 of een ATEX-gecertificeerde geïsoleerde spanningsbron van
veiligheidsniveau ia en met een uitgangsspanning van 11-17 V DC, 10 VA.
Als de batterijen/accu's worden opgeladen met een externe lader, moeten ze tijdens het
laden losgekoppeld zijn van het apparaat.
Zie Technische specificaties; Koppelingswaarden en Bijlage; Systeemdiagram
2.5
Herstelling
Het apparaat mag niet worden hersteld of gewijzigd zonder toestemming van de fabrikant.
Als het apparaat een fout vertoont, moet het bij de fabrikant worden afgeleverd en worden
vervangen door een nieuw of door de fabrikant hersteld worden.
2.6
Buitenbedrijfstelling en ontmantelen
Het apparaat moet buiten bedrijf worden gesteld en worden verwijderd in overeenstemming
met de lokale wet- en regelgeving.
van
het
apparaat
kan
10
°C
hoger
DOC001699-NL-6
6/60
zijn
dan
de