Reiniging en onderhoud
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sers
– ovensprays
Vetfilter in de afwasautomaat reini-
gen
Plaats het vetfilter verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen 50 °C en 65 °C.
Bij reiniging in de afwasautomaat kun-
nen sommige reinigingsmiddelen blij-
vende verkleuringen veroorzaken op
de filteroppervlakken van het vetfilter.
Deze verkleuringen hebben geen na-
delig effect op de werking van het fil-
ter.
38
Na het reinigen
Leg het vetfilter na het reinigen nog
een tijdje op een vochtopnemende
onderlaag te drogen.
Maak voordat u het filter terugzet die
delen van de ommanteling schoon
waar u bij kunt komen. Daarmee
voorkomt u brand.
Plaats het vetfilter weer terug en let er
daarbij op dat de vergrendeling naar
buiten wijst.
Mocht het vetfilter een keer verkeerd
geplaatst zijn, ontgrendel het dan
door de uitsparing met een kleine
schroevendraaier.