Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Projectgedeelte
2
[LOAD]-knop
Geeft het scherm met projectinstellingen weer. Gebruik dit voor de
verschillende bewerkingen en instellingen bij het aanmaken of laden
van een project.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [LOAD]-knop om een
project op te slaan.
* Projecten worden opgeslagen op de SD-kaart.
Vocaal gedeelte
3
[TONE]-regelaar
Dit past de mate van toegepast vocaal effect aan.
* Als u aan de [TONE]-regelaar draait terwijl u de [EDIT]-knop ingedrukt houdt,
kan u de parameters selecteren die u aan de [TONE]-regelaar wilt toewijzen.
VOCAL PROCESSOR [ON]-knop
Schakelt de vocal processor (effect) in/uit.
[GAIN]-regelaar
Past de invoergain (gevoeligheid) van de microfoon aan.
MIC [ON]-knop
Schakelt de microfooninvoer in/uit.
Padgedeelte
4
Pads (16)
Gebruik de pads om frases (uitvoeringsgegevens) te creëren en om
secties te selecteren.
* De bewerking en weergegeven inhoud verschillen afhankelijk van de
geselecteerde workflow en de bewerkingsmodus van de pad.
Step Sequencer-gedeelte
5
[ A ] (START/STOP)-knop
Start en stopt het afspelen van de uitvoeringsgegevens. Hierop
drukken in de opnamestand-bymodus, start of stopt de opname.
STEP SEQUENCER [1]–[16]-knoppen
Gebruik deze knoppen om frases in te voeren en SONG-structuren te
bewerken.
* De bewerkingen en weergegeven inhoud verschillen afhankelijk van de
bewerkingsmodus in de workflow.
Algemeen gedeelte (2)
6
Display
Geeft verschillende informatie weer afhankelijk van de bewerking.
[VALUE]-wiel
Draaien:
Selecteert een parameter of verandert een
instellingswaarde.
Drukken:
Bevestigt de door u geselecteerde parameter. Dit activeert
ook een geselecteerde functie.
[EXIT]-knop
Brengt het apparaat terug naar het vorige scherm of annuleert een
bewerking.
[SYSTEM]-knop
Geeft het scherm met systeeminstellingen weer.
Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de [SYSTEM]-knop drukt,
verschijnt het utility-scherm.

Besturingsgedeelte

7
[CTRL 1] [CTRL 2] [CTRL 3]-regelaars
Gebruik deze regelaars om instellingen te bewerken en om
regelaarpassages in fragmenten op te nemen.
Workflow-gedeelte
8
Op dit apparaat is een
'workflow'
een nummer te maken. Een workflow bestaat uit verschillende delen:
de drie bewerkingsmodi voor het creëren van uitvoeringsgegevens,
de mixer voor het aanpassen van het geluid en de mixdown voor het
afwerken van het nummer.
& Raadpleeg "Over workflows" (p. 10) voor meer informatie over
workflows.
[SEQ]-knop
Schakelt de bewerkingsmodus naar de sequencermodus.
Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de [SEQ]-knop drukt,
verschijnt het scherm voor het instellen van het tempo en andere
instellingen.
[SECTION]-knop
Schakelt de bewerkingsmodus naar de sectiemodus.
[SONG]-knop
Schakelt de bewerkingsmodus naar de SONG-modus.
Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de [SONG]-knop drukt,
verschijnt het scherm waar u het SONG-sjabloon kan selecteren.
[MIXER]-knop
Geeft het mixerscherm weer, waar u het volume, panning en meer kan
aanpassen.
Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de [MIXER]-knop drukt,
wordt het instellingenscherm voor de totale effecten (effecten die op
alle nummers worden toegepast) weergegeven.
[MIXDOWN]-knop
Geeft het scherm met mixdowninstellingen weer. Gebruik dit om een
mixdown te doen van uw voltooide nummers en om audiobestanden
te maken.
Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de [MIXDOWN]-knop
drukt, verschijnt het scherm voor de masteringinstellingen.
Paneelbeschrijvingen
de reeks stappen die u neemt om
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave