Playback van samples in een lus afspelen (Audio Looper)
Instellingen maken die van toepassing zijn
tijdens het afspelen
Dit laat zien hoe u instellingen kan maken die van toepassing zijn bij
het afspelen van een sample, zoals volume en time-stretch.
1 .
Druk op de [SEQ]-knop om de workflow in te stellen op
'Sequencer' .
2 .
Druk op de [SECTION SELECT]-knop om de pads in de Section
Select-modus te wisselen.
3 .
Druk op de [INST 1]- of [INST 2]-knop om een loopertrack te
selecteren.
4 .
Druk op de [EDIT]-knop en druk vervolgens op de pads [1]–
[16] om het fragment te selecteren dat u wilt bewerken.
Het CLIP EDIT MENU-scherm verschijnt.
5 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om 'LOOPER SETTING' te selecteren
en druk vervolgens op het [VALUE]-wiel.
Het LOOPER SETTING-scherm verschijnt.
6 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om een parameter te selecteren en
bewerk de waarde.
&Raadpleeg voor meer informatie de 'Parameter Guide' (pdf ).
Een sample bewerken
Dit laat zien hoe u de afspeelregio van een sample bepaalt,
instellingen maakt voor time-stretch en meer.
1 .
Druk op de [SEQ]-knop om de workflow in te stellen op
'Sequencer' .
2 .
Druk op de [SECTION SELECT]-knop om de pads in de Section
Select-modus te wisselen.
3 .
Druk op de [INST 1]- of [INST 2]-knop om een loopertrack te
selecteren.
4 .
Druk op de [EDIT]-knop en druk vervolgens op de pads [1]–
[16] om het fragment te selecteren dat u wilt bewerken.
Het CLIP EDIT MENU-scherm verschijnt.
5 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om 'SAMPLE EDIT' te selecteren en
druk vervolgens op het [VALUE]-wiel.
Het SAMPLE EDIT-scherm verschijnt.
6 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om een parameter te selecteren en
bewerk de waarde.
&Raadpleeg voor meer informatie de 'Parameter Guide' (pdf ).
34
De multi-effecten bewerken
U kan multi-effecten op samples gebruiken om het geluid te
verwerken.
1 .
Druk op de [SEQ]-knop om de workflow in te stellen op
'Sequencer' .
2 .
Druk op de [SECTION SELECT]-knop om de pads in de Section
Select-modus te wisselen.
3 .
Druk op de [INST 1]- of [INST 2]-knop om een loopertrack te
selecteren.
4 .
Druk op de [EDIT]-knop en druk vervolgens op de pads [1]–
[16] om het fragment te selecteren dat u wilt bewerken.
Het CLIP EDIT MENU-scherm verschijnt.
5 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om 'MULTI FX' te selecteren en druk
vervolgens op het [VALUE]-wiel.
Het MULTI FX-scherm verschijnt.
6 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om een parameter te selecteren en
bewerk de waarde.
&Raadpleeg voor meer informatie de 'Parameter Guide' (pdf ).
Maatgerelateerde instellingen maken
Hier leest u hoe u de lengte van een fragment, de afspeelrichting van
de sample en andere instellingen kan specificeren.
1 .
Druk op de [SEQ]-knop om de workflow in te stellen op
'Sequencer' .
2 .
Druk op de [SECTION SELECT]-knop om de pads in de Section
Select-modus te wisselen.
3 .
Druk op de [INST 1]- of [INST 2]-knop om een loopertrack te
selecteren.
4 .
Druk op de pads [1]–[16] om het fragment te selecteren om
te bewerken.
5 .
Druk op de [EDIT]-knop en druk vervolgens op de MEASURE
[<]- of [>]-knoppen.
Het MEAS EDIT-scherm verschijnt.
6 .
Gebruik het [VALUE]-wiel om een parameter te selecteren en
bewerk de waarde.
&Raadpleeg voor meer informatie de 'Parameter Guide' (pdf ).
MEMO
U kan deze parameters ook instellen in het CLIP SETTING-scherm (p. 19).