Het beeld van televisieprogramma's is
vervormd.
, Richt de televisieantenne opnieuw.
, Pas het beeld aan. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
televisie.
, Plaats de recorder en de televisie verder uit elkaar.
, Plaats de televisie en gebundelde antennekabels verder uit
elkaar.
Televisiekanalen kunnen niet worden
gewijzigd.
, Stel de ingangskeuzeschakelaar in op TV.
, Sluit de antennekabel juist aan (pagina 16).
Het beeld van apparatuur die is aangesloten op
de ingang van de recorder, is niet
schermvullend.
, Selecteer "L1" in het uitleesvenster op het voorpaneel door
op PROG +/– of INPUT SELECT te drukken als de
apparatuur is aangesloten op de LINE 1-TV aansluiting.
Selecteer "L2" in het uitleesvenster op het voorpaneel door
op PROG +/– of INPUT SELECT te drukken als de
apparatuur is aangesloten op de LINE 2 IN aansluiting.
Selecteer "L3" in het uitleesvenster op het voorpaneel door
op PROG +/– of INPUT SELECT te drukken als de
apparatuur is aangesloten op de LINE 3/DECODER
aansluiting.
Selecteer "L4" in het uitleesvenster op het voorpaneel door
op PROG +/– of INPUT SELECT te drukken als de
apparatuur is aangesloten op de LINE 4 IN aansluiting.
De beeldweergave of het televisieprogramma
van apparatuur die is aangesloten op de
recorder, is vervormd.
, Als het beeld van een DVD-speler, een videorecorder of een
tuner via de videorecorder naar de televisie wordt
verzonden, kan de kopieerbeveiliging van sommige
programma's de beeldkwaliteit beïnvloeden. Koppel het
bewuste afspeelapparaat los en sluit het rechtstreeks aan op
de televisie.
Het beeld is niet schermvullend, ook niet als de
hoogte-/breedteverhouding is ingesteld op "TV
Type" in het Video instelscherm.
, De hoogte-/breedteverhouding ligt vast op de DVD.
Het beeld is zwart/wit.
, Controleer of "Line1 Output" van "Scart Setting" in het
Video instelscherm is ingesteld op het juiste item voor uw
systeem (pagina 84).
, Als u een SCART (EURO AV) kabel gebruikt, controleert u
of de kabel een 21-pins kabel is.
92
Problemen oplossen
Geluid
Geen geluid.
, De disc is vuil of vervormd.
, Sluit alle kabels opnieuw goed aan.
, De aansluitkabel is beschadigd.
, Controleer de aansluitingen op de ingangen van de
versterker.
, De instelling voor ingangsbron op de versterker is niet
correct.
, De recorder staat in de pauzemodus of in de modus voor
vertraagd afspelen.
, De recorder staat in de modus voor snel vooruit of snel terug.
, Als het audiosignaal niet via de DIGITAL OUT
(COAXIAL) aansluitingen gaat, moet u de instellingen in
het Audio instelscherm controleren (pagina 85).
Het geluid is vervormd.
, Stel "Audio ATT" in het Audio instelscherm in op "On"
(pagina 85).
Het geluid bevat ruis.
, De disc is vuil of vervormd.
, Bij het afspelen van een CD met DTS geluidssporen is ruis
hoorbaar via de LINE 2 OUT AUDIO L/R aansluitingen, de
LINE 1-TV aansluiting of de LINE 3/DECODER
aansluiting (pagina 50).
Het volume is te laag.
, Het volume is te laag bij sommige DVD's.
U kunt het volume verhogen door "Audio DRC" in het
Audio instelscherm in te stellen op "TV Mode" (pagina 85).
, Stel "Audio ATT" in het Audio instelscherm in op "On"
(pagina 85).
De taal voor het geluid kan niet worden
gewijzigd.
, U kunt geen meertalige geluidssporen (hoofd en sub)
opnemen op een DVD-RW (Video-modus), DVD+RW of
DVD-R. Selecteer "Main" of "Sub" bij "Bilingual
Recording" in het Options instelscherm voordat u begint met
opnemen als u een taal wilt opnemen (pagina 89). Maak de
opname op een DVD-RW (VR-modus) als u zowel het
hoofdgeluid als het subgeluid wilt opnemen.
Afspelen
De disc wordt niet afgespeeld.
, Er is geen disc in de speler geplaatst.
, Er is een lege disc in de speler geplaatst.
, De disc is omgekeerd geplaatst.
Plaats de disc in de disclade met het label naar boven.
, De disc is niet correct geplaatst.
, De recorder kan sommige discs niet afspelen (zoals een CD-
ROM) (pagina 50).
, De regiocode op de DVD VIDEO komt niet overeen met die
op de recorder (pagina 50).