Het apparaat instellen
5
1
Haal het beschermd vel van de cameralens.
Beschermende vel
6
2
Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat het apparaat wordt uit-
geschakeld. Houd nogmaals de aan/uit-knop ingedrukt om het
apparaat weer in te schakelen.
• Zorg dat u de stroom weer inschakelt wanneer u klaar bent met het instellen van de
hoek.
Zet daarna het contact weer aan wanneer u de voeding aanlaat terwijl het apparaat
uit de houder wordt gehaald of nadat de hoek is veranderd en aangepast terwijl het
apparaat is ingeschakeld.
De aangepaste hoek wordt opgenomen wanneer de stroom is ingeschakeld.
Verbinding via de CA-DR150
• Voordat u het apparaat hebt aangesloten moet u de bedieningshandleiding die bij de CA-
DR150 (optioneel accessoire) wordt geleverd, lezen en begrijpen en daarna het apparaat veilig
monteren. Lees bovendien vooraf de instellingen van de schakelaar en de bedrading.
1
Doe de instellingen voor de "Voltage cut-of value settings" en
"Of timer settings".
Lees de bedieningshandleiding bij de CA-DR150
dan de instellingen.
2
Doe de bedrading.
Het 5-V voeding naar de dashboardcamera start na een bepaalde periode (ongeveer 20
seconden), ook als de voeding van de dashboardcamera is ingeschakeld, om de spanning van
de voeding te beoordelen (12 V/24 V).
(optioneel accessoire)
(optioneel accessoire)
en doe