(e) Het tandwielpictogram rechtsonder duidt de SETTINGS (INSTELLINGEN) aan van de alarmhiërarchie. De volgorde waarin de
alarmsignalen verschijnen. Zie Alarminstellingen Afbeelding 162.
(f) Er bestaat een alarmteller die aangeeft hoeveel alarmsignalen er zijn uitgegeven. Zodra dit aantal hoger is dan 99, geeft het alarmlogboek
"99+" aan.
(g) Het verwerken van alarmsignalen houdt in dat een gebruiker een alarm wist (een alarm als verwijderd markeert) nadat hij deze heeft
gecontroleerd.
(h) ACTIVE ALERTS (ACTIEVE WAARSCHUWINGEN) toont alarmen die niet door een gebruiker zijn verwerkt. Zie Real-time alarmlogboek
160.
(i) U verwerkt een alarm door op een alarmgebeurtenis te klikken in het actieve waarschuwingslogboek (onder Event Name
(Gebeurtenisnaam) en klik op de knop Process (Verwerken)
Alarmverwerking Afbeelding 163. Geef een beschrijving van de gebeurtenis, bijvoorbeeld vals alarm.
(j) Klik op PROCESS (VERWERKEN) om een alarmgebeurtenis te verwerken. Na verwerking verschijnt deze automatisch in het logboek
DISMISSED ALERTS (VERWIJDERDE WAARSCHUWINGEN).
(k) BATCH PROCESSING (BATCHVERWERKING) wordt gebruikt om meerdere alarmsignalen van hetzelfde type te verwerken. U doet dit
door op BATCH PROCESSING (BATCHVERWERKING) te klikken in het venster Process (Verwerken). Zie Alarmverwerking Afbeelding
163.
Real-time alarmlogboek 160
6.6 Gebruikers- en systeeminstellingen (gebied 4)
(a) De huidige gebruikersnaam waarmee nu is ingelogd en de datum (client-PC) en tijd (client-PC) worden nu weergegeven. Zie Gebruikers- en
systeemgebied Afbeelding 164.
Gebruikers- en systeemgebied Afbeelding 164
(b) Dit gebied wordt gebruikt om af te melden. U doet dit door op het silhouetpictogram te klikken
bevestigingsvenster om u af te melden. Klik op YES (JA) of NO (NEE) waarna het aanmeldingsscherm van MDR-Dashboard 2.0 wordt
weergegeven. Zie Afmeldingsscherm Afbeelding 168.
(c) Klik op het tandwielpictogram
SERVER TEST (SERVERTEST) en ABOUT (INFO). Zie MDR-Dashboard instellingenmenu Afbeelding 165.
(d) Wanneer u problemen met de serververbindingen wilt helpen oplossen, kunt u de optie SERVER TEST (SERVERTEST) gebruiken om na
te gaan welke poort niet werkt. Zie Servetest Afbeelding 166 en Servertestresultaten Afbeelding 167.
(e) De optie ABOUT (OVER) geeft het venster getoond in Over Afbeelding 169. Hierin vindt u de huidige versie van MDR-Dashboard en Server
weer.
(f) Het ABOUT (OVER) venster geeft extra informatie over welke serverpoorten worden gebruikt, wanneer MDR-Dashboard in de servermodus
staat. Zie Over Afbeelding 169.
Alarmmenu Afbeelding 161
Alarmverwerking Afbeelding 163
om een submenu weer te geven met de opties SYSTEM SETTINGS (SYSTEEMINSTELLINGEN),
. Er verschijnt een pop-upvenster zoals wordt weergegeven in
MDR-Dashboard instellingenmenu Afbeelding 165
Alarminstellingen Afbeelding 162
. Er verschijnt dan een
44