4 Wi-Fi configuratie
4.1 MDR-eenheid configuratie (Wi-Fi)
4.1.1
Mobiele digitale recorder vereisten
De installatie die in deze installatiehandleiding is beschreven, vereist een Wi-Fi-compatibele MDR.
• Wi-Fi-antenne (inclusief)
• GPS-antenne (inclusief)
(a) Voor alle configuratiewerkzaamheden, zorgen dat de MDR is geconfigureerd met de standaardwaarden SETUP (INSTALLATIE)
SETTINGS (INSTELLINGEN) SYSTEM (SYSTEEM) CONFIGURATION (CONFIGURATIE) DEFAULT (STANDAARD).
(b) Blader naar het Wi-Fi-gebied via: SETUP (INSTALLATIE) SETTINGS (INSTELLINGEN) NETWORK (NETWERK) WIFI.
(c) Configureer het IP-adres door het te selecteren als STATIC IP (STATISCHE IP). Een DYNAMIC IP (DYNAMISCHE IP) is niet raadzaam
omdat dit voor een instabiele verbinding kan zorgen. Zie MDR WiFi-instellingen Afbeelding 36.
• ENABLE (INSCHAKELEN): Instellen op CLIENT
• IP: 192.168.001.004 verwijst naar het IP-adres (in dit voorbeeld)
• GATE (POORT): 192.168.001.001 verwijst naar het router IP-adres (in dit voorbeeld)
• SUB: 255.255.255.000 verwijst naar het gebruikte subnet mask
• ESSID: MDR Server (in dit voorbeeld)
• ENCRYPTION TYPE (CODERINGSTYPE): WPA (in dit voorbeeld)
• PWD: Test1234 (in dit voorbeeld)
Opmerking:
Voer de IP-adressen van de MDR nauwkeurig in omdat deze indeling xxx.xxx.xxx.xxx gebruiken.
MDR WiFi-instellingen Afbeelding 36
(d) Blader naar het SERVER gedeelte van de MDR bij netwerkconfiguratie en configureer CENTER SERVER 1 (CENTRALE SERVER 1) zoals
afgebeeld in Centrale server 1 instellingen Afbeelding 37.
(e) 192.168.001.014 is het IP-adres van de server-PC die als host fungeert van de MDR Wi-Fi-server.
• WIFI NET. betekent dat de MDR verbinding zal maken met de server die zijn Wi-Fi-module gebruikt. De andere opties zijn CABLE NET
en MOBILE NET
• Poorten 5556 en 7264
• MESSAGE SERVER en MEDIA SERVER moeten worden ingesteld als STATIC IP (STATISCHE IP)
(f) Sla alle wijzigingen op en sluit het menu op de MDR. De MDR wordt dan opnieuw opgestart om de recente wijzigingen door te voeren.
(g) Nadat de eenheid opnieuw is opgestart, controleert u de status van de WiFi-verbinding door op de afstandsbediening op de knop ENTER te
drukken. Zie Wi-Fi-signaalinformatievenster Afbeelding 38. De MDR IP kan worden bevestigd door te drukken op: ENTER DOWN
ARROW (PIJL OMLAAG). Zie Wi-Fi-informatievenster Afbeelding 39.
Wi-Fi-signaalinformatievenster Afbeelding 38
(h) In deze fase controleert u alleen het Wi-Fi-signaal. Zie Wi-Fi-signaalinformatievenster Afbeelding 38.
(i) CENTER SERVER 1 toont de melding SUCCES (SUCCES) wanneer de MDR verbinding heft met de MDR Wi-Fi-server. Zie Wi-Fi-
signaalinformatievenster Afbeelding 38.
(j) Wijs op de pagina REGISTER INFO (REGISTRATIE-INFO) een DEVICE ID (APPARAAT ID) toe aan de MDR en noteer deze. Zie WiFi-
registratie-informatie Afbeelding 40. Dit is een uniek nummer dat gebruikt wordt om deze specifieke eenheid te identificeren. In dit voorbeeld
is 00708 gekozen (deze mag bestaan uit alfanumerieke tekens). Brigade raadt aan het kenteken van het voertuig te gebruiken als nummer
voor apparaat-ID ZONDER SPATIES.
Centrale server 1 instellingen Afbeelding 37
Wi-Fi-informatievenster Afbeelding 39
14