8 Fouten oplossen
Fout
LED "ON" brandt niet en
de ingangen 10 en 11 zijn
overbrugd.
Geen klepactiviteit
Geen naloopreiniging
Reiniging niet effectief
Weergavefout
differentiaaldruk
Het LED "Alarm" brandt
RDN 10000276
Mogelijke oorzaken
-
Geen netspanning
-
Zekering in toestel defect
-
NOODSTOP van het toestel
ingeschakeld
-
Bekabeling naar de kleppen
onderbroken
-
Magneetspoel defect
-
Cyclus onderbroken
-
Naloopcyclus DTC = 0
-
Er is geen signaal voor de
ventilatorsturing (DTC-
modi 1–2)
-
Pauzetijd te lang
-
Druk te laag
-
Klep defect
-
Impulstijd te kort
-
De cyclus wordt dikwijls
onderbroken
-
Fout in de slangverbindingen
-
Het onjuiste aantal kleppen is
ingesteld
-
Sturing defect
17
Documentatie RM-208 C.10 Easy Line
Aanbevolen actie
-
Stroombron controleren
-
Zekering vervangen
-
NOODSTOP controleren
-
Kabels en elektrische
verbindingen controleren
-
Spoel vervangen
-
Slangverbindingen controleren.
Andere waarden instellen voor
de ∆p-regeling
-
Een andere waarde instellen
-
Signaal sturen aan ingang 10, 11
-
De pauzetijd, parameter P04 op
een lagere waarde instellen
-
Druk instellen op 6 ... 8 bar
(minstens 5 bar)
-
De pauzetijd, parameter P04 op
een hogere waarde instellen
-
Klep controleren / vervangen
-
De impulstijd , parameter P03 op
een hogere waarde instellen
-
De differentiaaldrukbewaker en
de slangverbindingen
controleren
-
Slangen leegmaken. De
aansluitingen van de slangen
aan de filterbehuizing reinigen
met perslucht (alleen in de
richting van het filter, niet in de
richting van de sensor)
-
De slangen zonder klemmen
monteren
-
De slangverbindingen in het
toestel controleren op water,
knellingen enz.
-
Aantal kleppen correct instellen
-
Defecte sturing vervangen
02.05.2012