Documentatie RM-208 C.10 Easy Line
6 Gebruiksmodi
6.1 Test
In testmodus kunnen de belangrijkste functies van het bedieningsverloop worden getest. Om toegang te
krijgen tot de testmodus moet parameter P14 "Testmodus" worden geselecteerd (zie hoofdstuk 5.2).
Vervolgens moet één van de volgende testmodi worden geactiveerd:
Testmodus 1 (kleptest)
De kleptest wordt geïnitieerd. Elke aangesloten klep wordt achtereenvolgens aangestuurd en in de
tekstweergave aangeduid.
Testmodus 2 (ingangstest)
De signaaltoestanden van de ingangen worden op het tekstdisplay weergegeven.
Testmodus 3 (∆p-afregelingstest)
Uit technische overwegingen wordt de ongedempte AD-omzettingswaarde weergegeven.
Testmodi 4-7 (relais- en weergavetest)
Alle LED's en relais worden achtereenvolgens aangestuurd en op het tekstdisplay weergegeven.
Testmodus 0 (testmodus uitgeschakeld)
De testmodus is uitgeschakeld.
6.2 ∆p-modus
De filterreiniging wordt aangestuurd door de grenswaarden ∆p-MIN en ∆p-MAX. De differentiaaldruk-
gestuurde reiniging van de RM-208C kan ongeveer 3 seconden worden in- of uitgeschakeld door op de
toets ∆p-MODE te drukken. Als de differentiaaldrukgestuurde reiniging is uitgeschakeld, wordt de tekst
"Delta-P Mode OFF" op het display weergegeven.
6.3 Modus naloopreiniging
De naloopreiniging wordt, afhankelijk van de gekozen modus, op een verschillende manier geactiveerd.
De volgende naloopreinigingsmodi 1, 2 of 3 (hierna afgekort tot DTC-modus 1, 2 of 3 Down-Time-
Cleaning-Modus) kunnen worden ingesteld:
DTC-modus 1
De naloopreiniging wordt opgestart via het contact aangesloten op ingang 10, 11. Als de ventilator wordt
uitgeschakeld, moet het contact op 10, 11 open zijn (zie Afbeelding 9).
DTC-modus 2
De naloopreiniging wordt alleen via het contact aangesloten op ingang 10, 11 opgestart wanneer de
differentiaaldruk de waarde ∆p DTC max tijdens de werking heeft overschreden. Als de ventilator wordt
uitgeschakeld, moet het contact op 10, 11 open zijn (zie Afbeelding 10).
DTC-modus 3
De naloopreiniging wordt gestart wanneer de differentiaaldruk onder de waarde ∆p DTC min is gezakt,
terwijl de waarde Wert ∆p DTC max eerder werd overschreden. Met het signaal aan ingang 10, 11 wordt
geen rekening gehouden (zie Afbeelding 11).
13
RDN 10000276
02.05.2012