Problemen met de papierinvoer
Papier loopt vast of wordt scheef, verkeerd of met meerdere pagina's tegelijk ingevoerd
●
Het papier wordt niet in de scanner ingevoerd
●
Papier loopt vast of wordt scheef, verkeerd of met meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd
Wanneer u vochtige of natte pagina's probeert te scannen, kan het papier vastlopen. Zorg dat de in te
●
voeren pagina's helemaal droog zijn (inkt is droog en de pagina's bevatten geen vochtige middelen
zoals lijm of correctievloeistof).
Controleer of alle doorvoerrollen goed geplaatst zijn en of de kleppen van de doorvoerrollen en de
●
documentinvoer gesloten zijn.
Als het lijkt of de pagina's scheef in de papierbaan van de scanner worden ingevoerd, controleert u de
●
gescande afbeeldingen in de software om er zeker van te zijn dat ze niet scheef zijn.
Misschien zijn de pagina's niet goed geplaatst. Leg de pagina's recht en stel de papiergeleiders in om de
●
stapel te centreren.
De papiergeleiders werken goed als ze tegen beide zijden van de papierstapel worden geschoven.
●
Controleer of de papierstapel recht is geplaatst en de geleiders tegen de papierstapel zijn geplaatst.
De invoerlade of uitvoerlade bevat mogelijk meer dan het maximum aantal pagina's. Plaats minder
●
pagina's in de invoerlade en verwijder pagina's uit de uitvoerlade.
Maak de papierbaan van de scanner schoon om onjuiste invoer te beperken. Als papier nog steeds
●
verkeerd wordt ingevoerd, maakt u de doorvoerrollen schoon. Als papier nog steeds verkeerd wordt
ingevoerd, vervangt u de doorvoerrollen.
Het papier wordt niet in de scanner ingevoerd
Plaats de pagina's opnieuw in de invoerlade en controleer of ze contact maken met de doorvoerrollen.
Mogelijk zit de klep van de documentinvoer niet goed dicht. Open de klep en druk de klep aan beide kanten
stevig dicht.
Er is mogelijk een probleem met de scannerhardware. Voer de volgende procedure uit om de scanner te
testen:
1.
Controleer of de netvoeding op de juiste manier is aangesloten op de scanner en het stopcontact of een
overspanningsbeveiliging. Kijk of het voedingslampje op het bedieningspaneel brandt om te
controleren of de netvoeding werkt.
2.
Als de netvoeding is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, controleert u of deze is aangesloten
op het stopcontact en is ingeschakeld.
3.
Druk op de aan/uit-knop
schakel de computer uit waarmee de scanner verbonden was. Wacht 30 seconden, sluit het netsnoer
opnieuw op de scanner aan, druk op de aan/uit-knop
computer weer aan.
4.
Voer opnieuw een scantaak uit.
54
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen
om de scanner uit te schakelen, koppel het netsnoer los van de scanner en
om de scanner aan te zetten en zet dan de
NLWW