1. Druk op de toets
2. Hierna kunt u de naam ingeven die bij het betreffende
telefoonnummer hoort. Dit doet u d.m.v. de letters op de
cijfertoetsen. (Zie hoofdstuk 5.1 voor meer info.)
3. Druk op de toets
4. Geef het gewenste telefoonnummer bij Nummer in.
5. Druk op de toets
6. Hierna kunt u eventueel nog een "bellergroep" selecteren.
(Zie hoofdstuk 3.7 voor meer info.)
7. Druk op de toets
8. Het nummer is nu opgeslagen in het telefoonboek.
3.7.c Als er al telefoonnummers in het telefoonboek zijn
opgeslagen.
1. Druk op de
2. Druk op de toets
3. Druk op de toets
4. Hierna kunt u de naam ingeven die bij het betreffende
telefoonnummer hoort.
Dit doet u d.m.v. de letters op de cijfertoetsen. (Zie
hoofdstuk 5.1b voor meer info.)
5. Druk op de toets
6. Geef het gewenste telefoonnummer bij Nummer in.
7. Druk op de toets
8. Hierna kunt u eventueel nog een "bellergroep" selecteren.
(Zie hoofdstuk 3.7 voor meer info.)
9. Druk op de toets
10. Het nummer is nu opgeslagen in het telefoonboek.
Opmerkingen
Indien u een pauze in het telefoonnummer wilt toevoegen kunt u dat doen door de toets [0] lang
ingedrukt te houden, in het display verschijnt de P.
Indien u een flash in het telefoonnummer wilt toevoegen kunt u dat doen door de toets [R]
in te drukken. In het display verschijnt de R.
voor een "Nieuwe ingave".
.
.
.
toets voor het openen van het telefoonboek.
naar "Nieuwe ingave".
.
.
.
.
27