LOGO! monteren en van bedrading voorzien
2.2.3 Uitgangen aansluiten
LOGO! 230R... en LOGO! 24R...
De uitgangen van LOGO! 230R... en LOGO! 24R... zijn relais. Er is een
potentiaalscheiding tussen de contacten van de relais enerzijds en de
stroomvoorziening en de ingangen anderzijds.
Voorafgaande vereisten voor Relaisuitgangen
Aan de uitgangen kunnen verschillende belastingen worden aangesloten,
b.v. lampen, TL-buizen, motoren, beveiligingsinrichtingen, etc. De belas-
ting die aan LOGO! ...R... wordt aangesloten, moet over de volgende ei-
genschappen beschikken:
S
De maximale inschakelstroom hangt van de aard van de belasting en
van het aantal gewenste schakelcycli af (nadere informatie hierover
vindt u in de technische gegevens).
S
In ingeschakelde toestand (Q = 1) mag bij weerstandsbelasting een
stroom van maximaal 8 Ampère (10 A bij LOGO!...RL..) en bij induc-
tieve belasting een stroom van maximaal 2 Ampère (3A bij
LOGO!...RL...) door het apparaat vloeien.
Aansluiten
De belasting dient als volgt aan de LOGO! ...R....-varianten te worden
aangesloten:
Belasting
Beveiliging met een veiligheidsschakelaar maximaal 16 A, karakteristiek B16, b.v.:
vermogensbeveiligingsschakelaar 5SX2 116-6 (desgewenst)
12
Belasting
Belasting
LOGO!-handboek
EWA 4NEB 712 6006-20 a