Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat
Een snelkoppeling hernoemen of verwijderen
Basisscan
1
Druk op Snelkopp.
2
Druk op Bew./verw.
3
Druk op de snelkoppeling die u een andere naam wilt geven of verwijderen.
4
Druk op Naam snelk. bewerken of Verwijder.
5
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Naam snelk. bewerken
Het softwaretoetsenbord wordt op het LCD-scherm weergegeven. Voer een nieuwe naam voor
de snelkoppeling in en druk dan op OK.
Verwijder
Op het LCD-scherm wordt de naam weergegeven van de snelkoppeling die u verwijdert. Druk op Ja.
Kaartscan
1
Sluit het bovendeksel als dat geopend is.
2
Druk op
.
3
Open het bovendeksel.
4
Druk op een snelkoppeling die u een andere naam wilt geven of verwijderen.
5
Druk op Naam snelkoppeling Kaartscan bewerken of Verwijder.
6
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Naam snelkoppeling Kaartscan bewerken
Het softwaretoetsenbord wordt op het LCD-scherm weergegeven. Voer een nieuwe naam voor
de snelkoppeling in en druk dan op OK.
Verwijder
Druk op Ja.
4
4
4
4
156