Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat
De standaard FTP-instellingen configureren
U kunt Passieve modus Uit of Aan zetten, afhankelijk van de configuratie van de FTP-server en de firewall.
Standaard staat deze instelling op Aan. U kunt ook het poortnummer wijzigen van de poort die wordt gebruikt
voor toegang tot de FTP-server. De standaardwaarde voor deze instelling is poort 21. In de meeste gevallen
kunnen deze twee instellingen op de standaardwaarde ingesteld blijven (in het voorbeeld wordt de ADS-1600W
gebruikt).
1
(Alleen ADS-1600W)
Selecteer FTP bij Scannen naar FTP/netwerk op het tabblad Scannen. Klik op Indienen.
2
Kies het profiel dat u wilt configureren in Scannen naar FTP-profiel (voor ADS-1100W) of Scannen
naar FTP/netwerkprofiel (voor ADS-1600W) op het tabblad Scannen.
3
Voer de naam in die u wilt gebruiken voor het profiel van de FTP-server. Deze naam wordt weergegeven
bij Bestemming van Scannen > netw.app. op het tabblad Scannen (alleen ADS-1100W) of op het
LCD-scherm van het apparaat (alleen ADS-1600W), en mag maximaal 15 tekens lang zijn.
4
Het hostadres is de domeinnaam van de FTP-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld ftp.voorbeeld.com)
(max. 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld 192.23.56.189) in.
5
Voer de gebruikersnaam in die is geregistreerd voor het apparaat op de FTP-server (max. 32 tekens).
6
Voer het wachtwoord in voor toegang tot de FTP-server (maximaal 32 tekens).
7
Voer de bestemmingsmap in waarin uw document wordt opgeslagen op de FTP-server (bijvoorbeeld
brother\abc) (max. 60 tekens).
8
Kies de bestandsnaam die u wilt gebruiken voor het gescande document. U kunt uit zeven vooraf ingestelde
bestandsnamen en twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen kiezen. De bestandsnaam die
voor uw document wordt gebruikt, is de bestandsnaam die u hebt geselecteerd plus de laatste 6 cijfers van
de scannerteller plus de bestandsextensie (bijvoorbeeld: Estimate_098765.pdf).
4
4
114