4
Montage
4.1
Opstellingsplaats
Zonneboilereenheid
• Om warmteverlies te vermijden, stelt u de zonneboiler-
eenheid het best zo dicht mogelijk bij de collector op.
De minimaal in acht te nemen afstand bedraagt 3 m.
• Neem bij de keuze van de opstellingsplaats het
gewicht van de gevulde boiler (zie hoofdstuk 10
„Technische gegevens") in acht.
• De zonneboilereenheid moet in een vorstveilige ruimte
opgesteld worden.
• Kies de opstellingsplaats van de boiler zodanig dat de
leidingen op de juiste plaats (aan de zijde van de
zonne-energie en het drinkwater) aangebracht kunnen
worden.
Attentie!
De boilereenheid moet in de hoogte onder de op
het dak aangebrachte collectoren en leidingen
opgesteld worden om het leeg lopen van de col-
lector mogelijk te maken. Het hoogteverschil
tussen het hoogste punt (collectortoevoerlei-
ding) en het laagste punt van de installatie
(onderkant boiler) mag niet meer dan 8,5 mm
bedragen, omdat anders het slagvolume van de
pomp niet voldoende is en het als accessoire
verkrijgbare „terugloopvat op basis van zonne-
energie" (art.-nr. 302 362) in het zonne-ener-
giecircuit ingebouwd moet worden.
Attentie!
De helling van de verbindingsleidingen tussen
collectorveld en zonneboilereenheid mag op
geen enkele plaats kleiner zijn dan 4 %
(4 cm/m), opdat voldoende doorstroming van de
zonne-energievloeistof gegarandeerd zou zijn.
Attentie!
Er mogen nier meer dan 10 m van de „zonneko-
perbuis 2 in 1", 10 m lang (art.-nr. 302 359) of
van de „zonnekoperbuis 2 in 1" 20 m lang (art.-
nr. 302 360) (conform de plaatsingsregel van
4 % helling) horizontaal geplaatst worden.
Horizontaal betekent in dit geval buizen onder
een hoek van minder dan 45°!
Aanwijzing!
Zoals bij alle toestellen voor de warmwaterbe-
reiding ontstaan ook bij dit zonne-energiey-
steem geluiden, waarvan het peil over het alge-
meen weliswaar onder dat van de vandaag
gebruikelijke verbrandingsverwarmingstoestel-
len ligt; toch wordt van een opstelling van de
zonneboilereenheid in woon- en slaapvertrekken
absoluut afgeraden!
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Veiligheidsinstructies en voorschriften 3
4.2
Toestel opstellen
De zonneboilereenheid wordt volledig gemonteerd gele-
verd.
Een greep aan de bodem van de bekleding vergemakke-
lijkt het dragen van het toestel.
�
Afb. 4.1 Transport van de zonneboilereenheid
• Neem de zonneboilereenheid (1) pas op de plaats van
opstelling uit de verpakking.
• Richt de boilereenheid met de drie verstelbare boiler-
voeten (2) uit.
Montage 4
�
BE nl
7