e_kb464_84percent.book Page 85 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Belichting instellen
Effect van diafragma en sluitertijd
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd en diafragma.
Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd-diafragmacombinaties mogelijk,
die telkens weer een ander resultaat opleveren.
Effect van sluitertijd
Met het wijzigen van de sluitertijd kunt u bepalen hoe tijd wordt uitgedrukt in
de opnamen die u maakt. In tegenstelling tot het beeld dat het blote oog vangt,
kan in een opname een fractie van een seconde, maar ook een heel tijdsverloop
worden vastgelegd, zodat de opname een heel andere uitstraling krijgt.
Gebruik van de functie b (Sluitertijdvoorkeuze).
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt de opname
onscherp omdat de sluiter langer open blijft.
Het is mogelijk het effect van beweging
(bijvoorbeeld een rivier, een waterval of
golven) te verbeteren door met opzet een
langere sluitertijd te kiezen.
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de
actie van een bewegend onderwerp worden
bevroren.
Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging
te voorkomen.
Effect van diafragma
Met het wijzigen van het diafragma bepaalt u de diepte van het gebied dat op een
opname scherp wordt weergegeven (de scherptediepte). Door scherp te stellen op
een punt dat u wilt benadrukken, of juist scherp te stellen op een groot gebied,
kunt u grote invloed uitoefenen op de uitstraling van de opname.
Gebruik van de functie c (Diafragmavoorkeuze).
85
4