.
Ontvangstvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het ontvangstvolume instellen op niveaus: laag,
normaal en hoog. In de standaardinstelling is het ontvangstvolume ingesteld op
normaal.
> U voert een telefoongesprek via de handset.
Druk op q totdat u het gewenste ontvangstvolume hoort. Als u het hoogste
ontvangstvolume hebt bereikt en u opnieuw op q drukt, begint u weer met
het laagste volume.
> Het ontvangstvolume blijft ingesteld totdat u het opnieuw wijzigt.
.
Toetssignalen in- en uitschakelen
In de standaardinstelling hoort u een toonsignaal wanneer u op één van de toet-
sen van de handset drukt. U kunt deze toetssignalen uitschakelen.
> De handset staat in de ruststand.
c
Druk op
> In het display verschijnt
Toets code 4 in.
> In het display verschijnt -.
U hebt mogelijkheden:
– Toets code 0 in als u de toetssignalen wilt uitschakelen.
– Toets code 1 in als u de toetssignalen wilt inschakelen.
c
Druk op
> U hoort een toonsignaal. De toetssignalen zijn ingesteld. De handset keert
terug naar de ruststand.
.
Automatisch aannemen in- en uitschakelen
In de standaardinstelling kunt u een binnenkomend gesprek aannemen door de
handset van het basisstation te pakken. U hoeft dan niet op + te drukken.
Deze functie wordt automatisch aannemen genoemd. Automatisch aannemen
werkt alleen als de handset op het basisstation ligt. Als de handset naast het
basisstation ligt en u gebeld wordt, neemt u het gesprek gewoon aan door op
+ te drukken. U kunt automatisch aannemen ook uitschakelen.
> De handset staat in de ruststand.
c
Druk op
.
.
c
.
.