8 Onderhoud en storingen
Onderhoud
De mantel van het toestel kan gereinigd worden met een vochtige doek, eventu-
eel voorzien van een huishoudelijk schoonmaakmiddel. Gebruik geen etsende of
krassende schoonmaakmiddelen. Voor onderhoud aan de binnenzijde van het
toestel adviseren wij om jaarlijks door uw installateur een onderhouds/inspectie-
beurt uit te laten voeren. In veel gevallen kunt u hiervoor een onderhoudscon-
tract afsluiten.
Storingen
Raadpleeg bij storingen aan het toestel of CV/tapwaterinstallatie een erkende
installateur. Voer nooit zelf werkzaamheden uit aan het toestel of CV/tapwater-
installatie.
Sluit bij het waarnemen van een gaslucht onmiddellijk de hoofdgaskraan en zorg
voor voldoende ventilatie. Gebruik in geen geval open vuur, schakelaars of ande-
re toestellen die mogelijk vonken produceren en waarschuw uw installateur of
plaatselijke gasbedrijf.
Draai bij waterlekkages aan het toestel of warmwaterinstallatie de waterstop-
kraan van het toestel dicht en waarschuw uw installateur.
Neem het toestel pas weer in bedrijf als de storing door uw installateur is verhol-
pen.
Vorstbeveiliging
Indien u tijdens een vorstperiode voor een langere tijd afwezig bent controleer
dan of het toestel functioneert en of de ruimten voldoende op temperatuur
blijven. U dient rekening te houden dat door de toegepaste beveiligingen het
toestel bij een storing uitschakelen, bijv. een onderbreking van de gastoevoer.
Let er tevens op dat alle afsluiters van de radiatoren/ convectoren in het hele
huis zijn geopend. Een andere mogelijkheid is het toestel en de CV/tapwater-
installatie volledig af te tappen. Het toevoegen van antivries aan het CV-water is
niet toegestaan. Hierdoor kan schade ontstaan aan het toestel. Informeer bij uw
installateur over de te treffen maatregelen.
15