Inleiding Wij willen u bedanken dat u hebt gekozen voor de Spectra Precision® Laserontvanger LR50. De laserontvanger is een solide, universele elektronische sensor die een laserstraal detecteert die door een roterende laserzender wordt gegenereerd. De ontvanger werkt met vrijwel elk type roterende laser en detecteert zowel zichtbare als onzichtbare laserstralen.
Veiligheid Alle instructies m.b.t. gebruik en veiligheid in deze handleiding en die van uw machine dienen strikt in acht te worden genomen. Controleer het product regelmatig op correct functioneren. Trimble of zijn vertegenwoordiger aanvaarden geen aansprakelijkheid voor resultaten van het gebruik van dit product, met inbegrip van eventuele directe of indirecte schade, gevolgschade of inkomstenderving.
Kenmerken en functies 1. Onder- en bovenkant van behuizing van gegoten aluminium—beschermen de ontvanger. 2. Polycarbonaat behuizing—beschermt de elektronica. 3. Ontvangstvensters—bevatten vier sets fotocellen op regelmatige afstanden, zodat 360 graden ontvangst mogelijk is. 4. Superheldere LED-lampjes—zeer duidelijk zichtbaar, geven in grafische vorm de positie van blad of bak aan.
Plaatsen en opladen van batterijen Alkaline batterijen 1. Houd de ontvanger zo dat de accessoire aansluiting omhoog wijst. 2. Verwijder de stofkap van de accessoire aansluiting. 3. Draai de twee schroefknoppen los en verwijder de kap van het batterijenvak. 4. Plaats vier type “C” alkaline batterijen, zoals getoond op de label in het batterijenvak; let op de plaatsing van de (+) en (–) polen.
Batterijen beveiliging De ingebouwde overlaadbeveiliging voorkomt schade als de ontvanger aan de oplader blijft terwijl de batterijen volledig opgeladen zijn. De beveiliging voorkomt ook schade als u per abuis alkaline batterijen probeert op te laden. VOORZICHTIG: probeer nooit alkaline of andere niet-oplaadbare batterijen op te laden. NB: de batterijen mogen alleen worden opgeladen als de ontvanger een temperatuur tussen 0 °C en 45 °C heeft.
Gebruik van de ontvanger Bediening Aan/uit toets 1. Druk de aan/uit toets in om de ontvanger aan te zetten. NB: alle lampjes lichten kort op. Kort daarna gaan de lampjes van de niveau indicators aan en uit van boven naar onder en gaat elk statuslampje aan en uit. Bovendien worden de huidige dodeband instelling en op-niveau positie kortstondig weergegeven.
Bladneiging toets Druk de bladneiging toets in om de weergave aan/uit te zetten. De statuslampjes geven een rollende indicatie. Als de functie aan staat, gaan de lampjes vanuit het midden naar de buitenkant aan/uit. Als de functie uit staat, gaan de lampjes vanaf de buitenkant naar het midden toe aan/uit.
Kies offset op-niveau voor typische graafwerkzaamheden. In deze stand wordt meer informatie en een groter indicatiegebied boven op-niveau weergegeven. In deze stand is tevens de loodrecht indicatie ingeschakeld, die aangeeft wanneer de mast en ontvanger in een rechte hoek (loodrecht) ten opzichte van de grond zijn, voor een nauwkeuriger niveau-indicatie.
Dodeband (nauwkeurigheid) toets Elke op-niveau positie kan op drie standen voor dodeband oftewel nauwkeurigheid worden ingesteld: fijn, standaard of breed. De dodebanden voor midden op-niveau (nivelleren) zijn kleiner dan die voor offset op-niveau (graafwerk). Om de huidige instelling weer te geven, drukt u de toets éénmaal in; het statuslampje knippert. Om de huidige selectie te wijzigen, drukt u de toets nogmaals in.
Weergave helderheid toets Met deze toets stelt u de helderheid van de weergave van de niveau-indicatielampjes en bladneiging indicatie in. U hebt de keuze uit helder of gedimd. Gebruik gedimd voor normaal daglicht of weinig licht en helder voor zonnig weer. Gedimd gebruikt minder stroom. Als de ontvanger buiten de laserstraal is en de weergave helderheid toets wordt ingedrukt, geven de lampjes een cirkel aan, die de huidige instelling aanduidt.
Buiten-laserstraal indicatie De ontvanger heeft een functie ‘buiten laserstraal’. Als die ingeschakeld is, geeft de niveau- indicatie aan dat de ontvanger buiten het verticale laserontvangstgebied is bewogen. De volgorde van de lampjes geeft aan in welke richting u het blad of de snijkant moet bewegen om de laserstraal weer te ontvangen.
Installatie Algemeen WAARSCHUWING: alle veiligheidsmaatregelen zoals vermeld in de handleiding van de machine en die m.b.t. graafwerkzaamheden en veiligheid dienen te worden opgevolgd. 1. Stel de laser op een geschikte plaats op, zodat hij door de ontvanger wordt ontvangen en de machine efficiënt kan worden gebruikt.
Op een bulldozer moet de mast verticaal uitgelijnd worden met het blad (zowel voor-naar-achter als zijwaarts) wanneer het blad in de normale werkpositie staat. Op een graafkraan wijst de mast normaal gesproken naar de baktanden. Voor meer informatie over de installatie, zie “Helling aanpassen”. Typische bulldozer Typische graafkraan installatie...
Pagina 16
2. Stel de laser op een geschikte plaats op, zodat hij door de ontvanger wordt ontvangen en de machine efficiënt kan worden gebruikt.. Zet de laser aan. 3. Zet de ontvanger aan, selecteer midden op-niveau (nivelleermodus) en selecteer de kleinste dodeband.
Helling aanpassen De bladneiging indicator kan op horizontaal worden nulgesteld, of op een bladneiging anders dan horizontaal. Deze functie wordt gebruikt om de neiging aan een bestaande helling aan te passen, of het blad op een vooraf bepaalde helling in te stellen. De fabrieksinstelling voor de bladneiging indicator is horizontaal.
Graafwerk Als een graafkraan of dragline wordt gebruikt, moet de arm verticaal of bijna verticaal zijn en de bak zo geplaatst zijn dat die gemakkelijk telkens in dezelfde positie kan worden gezet om een niveaumeting uit te voeren. De bak kan volledig uitgestrekt of ingekruld zijn, zolang de positie constant is wanneer de niveaumetingen worden uitgevoerd.
Pagina 19
7. Bevestig de ontvanger aan de mast en beweeg de graafarm totdat de ontvanger binnen het loodrecht gebied is—lampjes branden continu. Stel indien nodig de loodrecht nauwkeurigheid in. 8. Schuif de ontvanger omhoog of omlaag totdat u een op-niveau indicatie krijgt (lampjes branden continu).
Pagina 20
3. Bepaal de hoogte van de laser ten opzichte van de bodem van de sleuf (L). Dit is de opstellengte. Deze lengte is de hoogte van het instrument (HI) plus de te graven diepte vanaf het peilmerk tot aan de bodem van de sleuf (C). 4.
Pagina 21
Mededeling voor onze Europese klanten Voor instructies voor recycling van producten en meer informatie gaat u naar: www.trimble.com/environment/summary.html Recycling in Europa: Voor recycling van Trimble WEEE belt u: +31 (0)497 53 2430 en vraagt u naar de “WEEE medewerker,” of stuur een verzoek om recycling instructies naar: Trimble Europe BV T.a.v.
Technische specificaties Laserstraal ontvangsthoek 360 graden Werkbereik Straal van meer dan 460 m, afh. van laser Laser rotatiesnelheid Minimaal: 105, maximaal: 1200 Verticale ontvangst 171 mm Nauwkeurigheid: Fijn Standaard Breed Midden op-niveau 5 mm 10 mm 20 mm (nivelleren) Offset op-niveau 12 mm 25 mm 50 mm...
Conformiteitverklaring Wij verklaren hierbij, voor onze exclusieve verantwoordelijkheid, dat de ontvanger ontwikkeld, ontworpen en gefabriceerd is in overeenstemming met Richtlijn van de Raad 89/336/EEG (Elektromagnetische compatibiliteit) inclusief amendementen. Type apparatuur / omgeving: Meet- en regelapparatuur en laboratoriumuitrusting De volgende geharmoniseerde standaarden zijn toegepast: EN61326: 1997 +A1: 1998 + A2: 2001 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Eisen m.b.t.
Garantie Trimble garandeert dat de ontvanger vrij is van materiaal- en fabricagefouten gedurende een periode van twee jaar. Trimble of zijn geautoriseerde service center zal defecte delen die als zodanig binnen de garantieperiode zijn gemeld naar eigen goeddunken repareren of vervangen. Indien nodig zullen reis- en verblijfskosten naar en vanaf de plaats waar de reparatie wordt uitgevoerd volgens de geldende tarieven aan de klant in rekening worden gebracht.