Instructies voor het plaatsen van de inktpatronen
De inktpatronen zijn elektronisch en mechanisch geco-
deerd, zodat ze niet op de verkeerde plek kunnen worden
geïnstalleerd.
Afbeelding 6.14 Inktpatroon plaatsen
► Schuif de inktpatroon (1) in de gedefinieerde positie tot
deze vergrendelt (zie hoofdstuk 4 op pagina 22).
Het vervangen van de vloeistofpatronen gebeurt op dezelf-
de wijze als het vervangen van inktpatronen. De vloeistof-
patronen hebben een houdbaarheid van twee jaar.
U kunt de vloeistofpatronen opsturen naar uw
Weidmüller-verkoopagent.
2779690000/01/01.2023
6.5 Kalibratie van de printkoppen
Om printresultaten te optimaliseren, kunnen de printkop-
pen opnieuw worden gekalibreerd. De kalibratie van de
printkoppen worden op het touchpanel in het submenu Uit-
gebreide instellingen ingesteld.
6.5.1 Voorbereidende maatregelen
Voor de kalibratie
Voordat u de kalibratie uitvoert, controleert u het volgende:
– Op de PrintJet CONNECT moet minimaal de
1
softwareversie 1.2.0 geïnstalleerd zijn. Informatie over
de geïnstalleerde softwareversie kunt u raadplegen
in het submenu Versienummer. Werk zo nodig de
software bij (zie hoofdstuk 6.8 op pagina 51).
– Voer voor de kalibratie van de printkoppen een mond-
stuktest uit (zie hoofdstuk 6.2.1 op pagina 40).
– In de printer mogen zich geen oude printopdrachten
bevinden.
– Gebruik voor de kalibratie 2 MultiCards van het type: CC
30/60 MC NE WS (artikelnr. 1934420000).
Tijdens de kalibratie
Zorg ervoor dat tijdens de kalibratie geen printopdrachten
naar de printer worden gestuurd.
6.5.2 Printkoppen kalibreren
In het menu Kalibreer van het submenu Uitgebreide in-
stellingen kunt u de kalibratie van de printkoppen uitvoe-
ren.
Afbeelding 6.15 Menu Kalibreer
► Tik op Ga door.
Reiniging en onderhoud
45