5
Bediening
5.1 Instructies voor bediening
Waarschuwing voor beknellingsgevaar!
Gebruik de printer niet zonder behuizing en
steek uw vingers of handen niet in de ope-
ningen als de printer in bedrijf is.
Waarschuwing voor automatisch star-
ten!
De printer kan altijd zonder waarschuwing
starten als een printopdracht via het netwerk
is verzonden.
Waarschuwing voor heet oppervlak!
Aanraking van hete onderdelen van het uit-
voermagazijn en kaarten kan brandwonden
veroorzaken.
► Zorg dat alle onderdelen zijn afgekoeld tot
omgevingstemperatuur voordat u werk-
zaamheden aan het uitvoermagazijn uit-
voert.
► Laat de kaarten afkoelen voordat u ze uit
het uitvoermagazijn haalt.
LET OP
Materiële schade!
Het gebruik van inkt waarvan de gebruiksdatum is ver-
streken, vermindert de afdrukkwaliteit en kan schade aan
de printer veroorzaken.
► Let op de volgende instructies:
– De openingen in de printerbehuizing mogen niet wor-
den geblokkeerd of afgedekt.
– Steek geen vreemde voorwerpen in openingen die
daar niet voor bedoeld zijn.
– Voorkom dat er vloeistof in de printer terechtkomt.
– Schakel de printer niet uit! De printer schakelt auto-
matisch over naar de stand-bymodus.
De bedrijfsparameters blijven alleen behouden als
de printer is ingeschakeld. Deze parameters zorgen
er bijvoorbeeld voor dat de printkop optimaal wordt
gereinigd.
2779690000/01/01.2023
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
5.1.1 Langere stilstandtijden
Als de printer wordt uitgeschakeld en stroomloos is of niet
wordt gebruikt, kan dit na enige tijd leiden tot verstopping
van de inktmondstukken.
– Laat de printer ingeschakeld, wanneer u de printer bin-
nen ca. 3 weken niet gebruikt.
– Vervang de inktpatronen door vloeistofpatronen wan-
neer u de printer langer dan drie weken niet gebruikt (zie
hoofdstuk 8 op pagina 56).
De vloeistof zorgt ervoor dat de inktvoerende componenten
(bijv. leidingen en mondstukken) niet indrogen.
5.1.2 Houdbaarheid van de inkt
Verwijdering van de inktpatronen kan lekkage veroorzaken
in de verbinding tussen de inktpatroon en de inktleiding.
Dat kan resulteren in storingen in het inktaanvoersysteem.
– Verwijder een inktpatroon alleen als deze leeg is of als
de gebruiksdatum is verstreken.
– Gebruik geen inkt waarvan de gebruiksdatum verstreken
is. Als de gebruiksdatum van de inkt ongeveer bereikt,
verschijnt er een melding op het touchpanel. Vervang
de betreffende inktpatroon (zie hoofdstuk 6.4 op pagina
43).
– Gebruik alleen producten die zijn gemaakt of goedge-
keurd door Weidmüller (M-Print
tiCards/ MetalliCards en inktpatronen). Anders zijn we
niet aansprakelijk voor de printkwaliteit en -duurzaam-
heid.
Printerstoringen en -schade die zijn veroorzaakt
door het gebruik van niet-goedgekeurde en onge-
schikte accessoires en verbruiksmaterialen vallen
niet onder de garantie.
PRO software, Mul-
®
31