Inhoudsopgave
Advertenties
IP-adres
U kunt de dynamische adrestoewijzing (DHCP) IP-adres
automatisch ophalen of de statische adrestoewijzing Vol-
gende IP-adres gebruiken activeren.
Dynamische IP-adrestoewijzing (DHCP):
– De DHCP-server moet bereikbaar zijn in het netwerk.
– Het IP-adres en het subnetmasker worden automatisch
van de DHCP-server verkregen.
– Bij de dynamische adrestoewijzing ontvangt de printer
eventueel een ander IP-adres na een herstart.
Statische IP-adrestoewijzing:
– Het ingevoerde IP-adres en subnetmasker zijn statische
waarden die niet veranderen voor de printer.
– De gegevens voor het IP-adres en het subnetmasker
moeten handmatig worden ingevoerd.
► Selecteer het type IP-adrestoewijzing.
U kunt het DSN-serveradres automatisch verkrijgen (acti-
vering: DNS-serveradres automatisch gebruiken) of het
DNS-serveradres handmatig invoeren (activering: Volgen-
de DNS-serveradressen gebruiken).
► Selecteer het bereik van de DNS-serveradressen.
Printernaam
De vooraf ingestelde printernaam is altijd het serienummer.
U kunt een andere naam aan de printer toewijzen, bijv. om
hem beter te kunnen identificeren.
► Voer daarvoor een nieuwe naam in via het virtuele toet-
senbord en bevestig de invoer.
Poort
De vooraf ingestelde poort is "8181". U kunt de poort wijzi-
gen, afhankelijk van het netwerkprotocol.
► Voer daarvoor de poort in via het virtuele toetsenbord en
bevestig de invoer.
► Tik op Opslaan, om de instellingen op te slaan.
2779690000/01/01.2023
5.6.7 Interfaces/ WIFI-instellingen
Laat de installatie door vakpersoneel uitvoeren.
Voor dit proces zijn administratorrechten vereist.
In het submenu WIFI-instellingen wordt de communicatie
met het netwerk via WLAN tot stand gebracht.
Afbeelding 5.14 Submenu WIFI-instellingen
Wifi
in het selectievenster Netwerk kiezen... staan de beschik-
bare WLAN-netwerken vermeld.
► Selecteer het WLAN-netwerk.
► Voor het geselecteerde WLAN-netwerk voert u de ge-
bruikersnaam en het wachtwoord in.
► Tik op het functie-element Verbinden.
Voor het instellen van IP-adres, printernaam en
poort raadpleegt u hoofdstuk 5.6.6 op pagina
36.
► Tik op Opslaan, om de instellingen op te slaan.
5.6.8 Interfaces/USB-verbinding
Laat de installatie door vakpersoneel uitvoeren.
Voor dit proces zijn administratorrechten vereist.
In het submenu USB-verbinding wordt de communicatie
met het netwerk via een USB-verbinding tot stand ge-
bracht.
Bediening
37
Advertenties
Inhoudsopgave
