tijdens uw
telefoongesprekken.
De handset werkt
correct, maar gaat
niet over als er een
oproep binnenkomt.
De handset kan
alleen oproepen
ontvangen.
Toetsenbord reageert
niet.
De telefoon werkt
niet correct in
combinatie met
sommige speciale
diensten of als deze
is aangesloten op
een telefooncentrale
(PABX).
De capaciteit van de
batterij is erg laag.
Handset of
basisstation reageert
niet.
verwijderd.
Het volume voor het
oproepsignaal is
uitgeschakeld.
U hebt de functie voor
het blokkeren van het
toetsenbord
ingeschakeld.
De flashtijd is niet
correct ingesteld.
U laadt de batterijen
regelmatig op met meer
dan één balkje.
De laadcontacten zijn
niet schoon.
De batterijen hebben
het eind van hun
levensduur bereikt.
Ruis op het
elektriciteitsnet of
elektrostatische pieken
kunnen tijdelijk het
interne geheugen
beïnvloeden.
Defecte handset of
defect basisstation.
toegang hebt tot meerdere
basisstations, selecteer dan
een basisstation dat dichter
bij u in de buurt is (paragraaf
10.2).
Selecteer een ander volume
voor het oproepsignaal (zie
paragraaf 3.13).
Schakel het toetsenbord in
door op de linker functietoets
Deblokk. te drukken en te
bevestigen door op de toets
Ja te drukken.
(zie paragraaf 3.16).
Controleer de flashtijd en stel
deze correct in (zie paragraaf
7.4).
Laadt de handset op volgens
de methode die beschreven
staat in paragraaf 3.14.b.
Maak de laadcontacten
schoon zoals beschreven in
paragraaf 13.1
Vervang de batterijen.
Reset de handset of het
basisstation (zie paragraaf
7.6).
Neem contact op met uw
leverancier.
61