FC 300 Bedieningshandleiding
Veiligheidsvoorschriften en algemene waarschuwingen
Om te voorkomen dat een gestopte motor start als gevolg van een elektronische fout, tijdelijke overbelast-
•
ing, een storing in de netvoeding of een verbroken motoraansluiting moet klem 37 worden uitgeschakeld.
Algemene waarschuwing
Het aanraken van de elektrische onderdelen kan fatale
gevolgen hebben - zelfs nadat de apparatuur van het net is
afgekoppeld.
Zorg er ook voor dat andere spanningsingangen, zoals
loadsharing (koppeling van de DC-tussenkring) en de
motoraansluiting voor kinetische backup, zijn afgekoppeld.
Bij gebruik van VLT AutomationDrive FC 300 (tot en met 7,5
kW):
wacht minstens 4 minuten.
Lekstroom
De aardlekstroom van de FC 300 is groter dan 3,5 mA. Om er voor te zorgen dat de aardkabel een
goede mechanische aansluiting heeft op de aardverbinding (klem 95), moet een kabeldoorsnede
van minimaal 10 mm
Residual current device (reststroomapparaat)
Dit product kan gelijkstroom veroorzaken in de beschermende conductor. Op plaatsen
waar een reststroomapparaat (RCD) wordt toegepast voor extra bescherming, mag op de
voedingskant van dit product alleen een RCD van het B-type (met tijdsvertraging) worden
gebruikt. Zie ook RCD Toepassingsnotitie MN.90.GX.02.
Beschermende aarding van de FC 300 en het gebruik van RCD's moet altijd voldoen
aan de nationale en lokale voorschriften.
IT-netvoeding
"
Sluit 400-V toestellen met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een netspanning
van meer dan 440 V tussen fase en aarde. Voor IT-voeding en delta-aarde mag de
netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 440 V.
Par. 14-50 RFI 1 kan worden gebruikt om de interne RFI-functionaliteit los te koppelen van de tussenkring.
8
Waarschuwing:
2
worden gebruikt of 2 nominale aarddraden die afzonderlijk zijn afgesloten.
MG.33.A2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss