FC 300 Bedieningshandleiding
NB!:
Tussen de klemmen kunnen spanningen tot 975 V DC komen te staan.
NB!:
Als er kortsluiting optreedt in de remweerstand dient u vermogensdissipatie in de remweerstand
te voorkomen door de netspanning voor de frequentieomvormer uit te schakelen via een
netschakelaar of contactor. Alleen de frequentieomvormer kan de contactor besturen.
Aansluiting relais
"
Voor het instellen van de relaisuitgang, zie
parametergroep 5-4* Relais.
Bediening van de mechanische rem
"
Bij hef-/dalingtoepassingen moet een elektromechanische rem bediend kunnen worden.
De rem wordt bediend met behulp van een relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en 29).
•
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij) gedurende de periode dat de frequentieomvormer
•
de motor niet kan 'ondersteunen', bijvoorbeeld wanneer de belasting te groot is.
•
Selecteer Mechanische-rembesturing [32] in par. 5-4* of 5-3* voor toepassingen
met een elektromechanische rem.
De rem wordt vrijgemaakt als de motorstroom hoger is dan de ingestelde waarde in par. 2-20.
•
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de inschakelfrequentie van de rem,
•
zoals ingesteld in par. 2-21 of 2-22, en alleen als de frequentieomvormer een stopcommando uitvoert.
Als de frequentieomvormer zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt,
wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld.
Aanwijzingen voor het installeren
MG.33.A2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Nr.
01 - 02
Maak (normaal open)
01 - 03
Verbreek (normaal gesloten)
04 - 05
Maak (normaal open)
04 - 06
Verbreek (normaal gesloten)
Klemmen voor aansluiten relais.
23