Verkorte gebruiksaanwijzing
Extern telefoneren
Extern bellen: hoorn opnemen van gewenste telefoon, 0,
–
gewenste telefoonnummer.
–
Extern bellen via bepaald telefoonnummer: hoorn opnemen
van gewenste telefoon, /91, gewenste volgnummer
(0-7), gewenste telefoonnummer.
–
Extern bellen vanaf andere interne telefoon: hoorn opnemen
van gewenste telefoon, /94, eigen toestelnummer, eigen
toestelpincode, ?, gewenste telefoonnummer.
–
Extern bellen met projectcode: hoorn opnemen van gewenste
telefoon, /95, 3-cijferige projectcode, gewenste telefoon-
nummer.
–
Geheugennummers bellen: hoorn opnemen van gewenste
telefoon, /, gewenste geheugenplaats (300-499).
Tweede gesprek beginnen: flashtoets, 0, gewenste telefoon-
–
nummer.
–
Wisselen tussen gesprekspartners: flashtoets, flashtoets.
Intern telefoneren
–
Interne telefoon bellen: hoorn opnemen van gewenste tele-
foon, gewenste toestelnummer.
–
Alle interne ISDN-telefoons tegelijk bellen: hoorn opnemen
van gewenste telefoon, 20.
–
Intern bellen met belcodes: hoorn opnemen van gewenste
telefoon, ?63 of ?64 of ?65.
Bezette telefoon bellen
–
Interne telefoon of buitenlijn automatisch laten terugbellen:
flashtoets, ?5, hoorn neerleggen.
–
Automatisch terugbellen opheffen: hoorn opnemen van tele-
foon waarop u automatisch terugbellen hebt ingeschakeld,
/5, hoorn neerleggen.
Inbreken op telefoongesprek: flashtoets, ?1.
–
Gebeld worden
–
Gebeld worden: hoorn opnemen.
–
Oproep beantwoorden voor andere telefoon: hoorn opnemen
van gewenste telefoon, ?81.
59