12
Babyfoon
Elke telefoon die op de ISDN Homevox is aangesloten, kan als
babyfoon gebruikt worden. Met een babyfoon kunt u horen wat er
gebeurt in een bepaalde kamer, bijvoorbeeld de kinderkamer.
Als u eerst de hoorn van de telefoon in de kinderkamer naast de
telefoon legt en een code intoetst, kunt u deze telefoon daarna
bellen vanaf een andere interne telefoon. De babyfoontelefoon
gaat dan niet over. Via de hoorn hoort u de geluiden in de ruimte
van de babyfoontelefoon.
12.1
Babyfoon inschakelen
Let op!
Als de babyfoontelefoon een instelbaar ontvangstvolume heeft,
moet u dit zo laag mogelijk zetten.
Let op!
U kunt pas gebruik maken van de babyfoon wanneer de standaard-
instelling van de toestelpincode is gewijzigd. Dit voorkomt dat
iemand ongeoorloofd de geluiden in een bepaalde ruimte kan
beluisteren. De standaardinstelling van de toestelpincode is
7373. Zie voor het wijzigen van de toestelpincode hoofdstuk 19.
1
Neem de hoorn op van de telefoon in de kamer die u wilt
controleren.
>
U hoort de kiestoon.
Toets code /?871/ in.
2
3
Leg de hoorn naast de telefoon.
>
De babyfoon is ingeschakeld.
12.2
Babyfoontelefoon bellen
U kunt de babyfoontelefoon zo vaak bellen als u wilt. De babyfoon
blijft ingeschakeld wanneer u andere interne of externe gesprekken
voert. Als u gebeld wordt terwijl u de babyfoontelefoon belt, hoort
u een toonsignaal. U kunt de babyfoontelefoon zowel vanaf een
interne telefoon als vanaf een extern telefoonnummer bellen.
40