Legenda
1
eBUS Warmtepomp
2
Filter van de warmtepompkring
3
Hydraulische module
4
Elektrische voeding en bescherming van de warmtepomp
5
Draadloze fotovoltaïsche buitenvoeler
6
Sturingsmodule Examaster
7
eBUS-interface (adres xxx eBUS "3")
8
Verwarmingsketel eBUS
9
Kamerthermostaat (draadloos of met draad)
10 Verwarmingskring
11 Oververhittingsbeveiliging van de vloerverwarming
12 Opvangbak van het geglycoleerd water
13 Sanitaire boiler, niet beheerd door Examaster
A
Aanvoer naar de verwarmingsketel
B
Retour van de verwarmingsketel
C
Aanvoer van de warmtepomp
D
Retour naar de warmtepomp
E
Aanvoer Verwarmingskring
F
Retour Verwarmingskring
G
Afvoer van de veiligheidsklep van de warmtepompkring
0020153651_01 - 02/13 - Bulex
INSTALLATIEHANDLEIDING VAN HET SYSTEEM
Toepassingsvoorwaarden
- De sturingsmodule Examaster stuurt de werking van de
warmtepomp en de module.
- De hydraulische aansluitingen op de verwarmingsketel
moeten berekend zijn op de specifi citeiten.
- De volgende kamerthermostaten zijn verenigbaar met het
systeem; EXACONTROL E7R B of EXACONTROL E7R C voor de
"draadloze" versies en 'EXACONTROL E7C voor de versie "met
draad".
- De installatie moet een draadloze buitenvoeler bevatten.
- Sluit de warmtepomp met eBUS dan rechtstreeks aan op de
sturingsmodule en respecteer de polariteit (+/-).
- De installatie bevat een eBUS-warmtepomp en een eBUS-cv-
ketel; er moet een BUS-interface gekoppeld zijn tussen de cv-
ketel en de sturingsmodule. De interface is alleen compatibel
met eBUS-ketels. We verwijzen u naar de technische instructie
van de eBUS-interface voor de elektrische aansluiting en de
instelling van het codeerwiel (eBUS-adres "3").
- De hydraulische module beschikt over een
platenwarmtewisselaar voor de hydraulische ontkoppeling.
Het is mogelijk glycolwater alleen in de kring van de
warmtepomp te laten circuleren.
- De oververhittingsbeveiliging moet aangesloten
worden volgens de huidige normen (op de cv-ketel of de
circulatiepomp).
- De installatie is geschikt voor vloerverwarming op
lage temperatuur (verwarmingsaanvoertemperatuur
< 50 °C) of radiatoren op lage temperatuur
(verwarmingsaanvoertemperatuur < 70 °C).
NL
- 9 -