8
Indienststelling van een installatie die een
warmtepomp bevat
Indienststelling van een installatie die een warmtepomp bevat
8.1
installatieassistent
∙ Voer de installateurcode in op de sturingsmodule van de
Examaster. Neem voor de code contact op met uw verkoper.
∙ Volg de instructies van de installatieassistent.
∙ Zie het hoofdstuk "Herhaling van de schema's en verkrijgbare
opties" voor het nummer van uw schema te weten.
∙ Kies de aanwezige opties op de installatie.
Controle van de aansluitingen
∙ Controleer de aansluitingen die u hebt gemaakt op de
sturingsmodule.
Onder spanning zetten van de toestellen
∙ Zet de generator(en) en andere componenten van de
installatie onder spanning (raadpleeg daarvoor de
installatiehandleidingen).
8.2
Installatie menu
De beschikbaarheid van de beschreven menu's hangt af van het
schema en de gekozen opties.
∙ Sluit de confi guratie in het installatiemenu af.
8.3
Thermostaat/Voeler
Deze functie maakt het mogelijk de
sturingsmodule in de "paar"-modus te
zetten om de verbinding tot stand te
brengen met de kamerthermostaat of
-thermostaten en de buitenvoeler.
Voer de volgende herkenningsprocedures
één na één uit.
Als een buitenvoeler met draad
verbonden is met de cv-ketel, zal
hij gedetecteerd worden en de
buitentemperatuur weergegeven worden
in het sondemenu.
0020153651_01 - 02/13 - Bulex
INSTALLATIEHANDLEIDING VAN HET SYSTEEM
8.4
Automatische test
De andere aansluitingen worden niet getest en
i
moeten visueel worden gecontroleerd bij installatie
of aanpassing van de systeeminstellingen.
8.5
Instellingen
8.5.1
Instellingen
Maximumtemperatuur in de vertrek cv-leiding
∙ Controleer of de maximumtemperatuur in de vertrek cv-leiding
geschikt is voor de installatie.
Instellingen van de Sturingsmodule
Minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding van de
lagetemperatuurzone
Minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding van de
hogetemperatuurzone
Minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding
∙ Controleer of de minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding
geschikt is voor de installatie.
Instellingen van de Sturingsmodule
Minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding van de
lagetemperatuurzone
Minimumtemperatuur in de vertrek cv-leiding van de
hogetemperatuurzone
Met de automatische test kunt u het vol-
gende controleren: de eBUS-ingangen, de
NTC-ingangen, de draadloze verbinding
van de kamerthermostaat, de draadloze
verbinding van de buitenvoeler.
GEVAAR
e
• Voer geen aanpassingen
uit aan de bekabeling als
deze onder spanning staat.
Als de aansluiting niet correct is, wordt
de boodschap "FOUT" op het scherm
vertoond. Controleer in dit geval de
aansluitingen (draad- en draadloze) en of
het onderdeel dat onder spanning staat.
Stel de volgende parameters in :
- Instellingen
- Koeling (niet van toepassing)
- Sanitaire warmwater
- Energiebeheer
beheer
- Z11
eheer
- WP b
Instelling
T ≤ 50°C
T ≤ 70°C
Instelling
T ≥ 20°C
T ≥ 20°C
NL
- 67 -