Regeling van de elektrische bijverwarming
Deze functie maakt het mogelijk het vermogen van de elektrische
bijverwarming te beperken in functie van de installatie. Het
maximumvermogen van de elektrische bijverwarming is op 3
waarden regelbaar:
- 2 kw
- 4 kw
- 6 kw (fabrieksinstelling)
8.5.2
Koeling (niet van toepassing in België)
De koeling werkt alleen als de functie is geactiveerd
i
op de kamerthermostaat.
i
Zorg dat de koelfunctie compatibel is met de installatie. Stel
een waarde in volgens de klimaatzone om het risico op
condensatie in de vloerverwarming te vermijden.
8.5.3
Sanitaire warmwater
∙ Regel de maximale warmwatertemperatuur van de installatie.
8.5.4
Beheer Z11
Via dit menu kan de werkingsduur van de pomp van de
mengmodule na het stoppen van de warmtegeneratoren ingesteld
worden. Door de continue circulatie in de lagetemperatuurkring
wordt een temperatuurstijging van de vloerverwarming vermeden
(waarde regelbaar tussen 5 en 60 minuten, fabrieksinstelling: 5).
8.5.5
WP beheer
Dit menu maakt het mogelijk de buitentemperatuur in te stellen
waarop de warmtepomp moet afslaan (een waarde instellen
tussen -20°C et 20°C).
Om ten volle te profi teren van de warmtepomp, raden wij u aan
deze in te stellen op:
-
"-3°C" bij een warmtepomp van 5 kW omdat deze niet kan
- werken beneden de -3°C,
-
"-20°C" voor andere warmtepompen.
8.6
Ingebruikname
De indienststelling moet uitgevoerd worden met alle elementen
aangesloten en onder spanning!
U wordt verwezen naar de handleiding van het
i
hydraulisch systeem voor het vullen van het
Verwarmingskring en het glycolwatermengsel kring.
0020153651_01 - 02/13 - Bulex
INSTALLATIEHANDLEIDING VAN HET SYSTEEM
Vullen van het Verwarmingskring
De vulfunctie moet alleen gebruikt worden als de
i
installatie in de zones afsluiters bevat om deze te
openen om het systeem op de vulling voor te
bereiden.
∙ Open de verschillende automatische ontluchters in de cv-
kring.
∙ Vul de installatie totdat een druk van 1,5 bar afgelezen wordt
op het scherm van de Sturingsmodule.
∙ Bij een installatie met een module zonder drukopnemer, moet
het vullen gebeuren met behulp van een manometer om de
druk te controleren.
Ontluchten van het Verwarmingskring
Deze functie is beschikbaar voor de schema's met
i
een warmtepomp alleen of met een warmtepomp die
rechtstreeks verbonden is met de
verwarmingsinstallatie.
De functie "ontluchten" van de Sturingsmodule maakt het
mogelijk de afsluiters in elke zone te openen, het systeem voor
te bereiden en de ontluchtingsroutine gedurende 15 minuten te
laten lopen.
Met deze ontluchtfunctie kunt u de lucht die aanwezig is in het
Verwarmingskring afl aten.
∙ De verschillende ontluchters van het Verwarmingskring
openen
1
Selecteer op het scherm
Ontluchten.
∙ Gebruik de ontluchters tot de hele installatie ontlucht is.
∙ Vul de installatie nog eens bij en herhaal het ontluchten indien
nodig.
OPGELET
b
• De ontluchters van het Verwarmingskring sluiten
van zodra deze ontlucht is.
Via dit menu kunt u de noodzakelijke
handelingen uitvoeren op de
verschillende systeemcomponenten.
- Vullen van het Verwarmingskring
- Ontluchten van het Verwarmingskring
- Warmtepompkring ontluchten
- Warmtepompkring debiet
2
Selecteer op het scherm
CV-kring ontgassen.
NL
- 69 -