Legenda
1
Warmtepomp eBUS
2
Filter van de warmtepompkring
3
Hydraulische module
4
Elektrische voeding en bescherming van de warmtepomp
5
Draadloze fotovoltaïsche buitenvoeler
6
Sturingsmodule Examaster
7
Verwarmingsketel van willekeurig merk gestuurd door 230 V signaal
8
Kamerthermostaat (draadloos of met draad)
9
Verwarmingskring
10 Terugslagklep (aanbevolen om elke inschakeling van de brander
gegenereerd door een thermosifon te voorkomen)
11 Oververhittingsbeveiliging van de vloerverwarming
12 Opvangbak glycolwater
13 Sanitaire boiler, niet beheerd door Examaster
A
Aanvoer ketelkring
B
Retour ketelkring
C
Aanvoer kring van de warmtepomp
D
Retour kring naar de warmtepomp
E
Aanvoer Verwarmingskring
F
Retour Verwarmingskring
G
Afvoer van de veiligheidsklep van de warmtepompkring
Toepassingsvoorwaarden
-
Sturingsmodule Examaster bestuurt de werking van de ketel,
de warmtepomp en de hydraulische ontkoppelingsmodule.
- De hydraulische aansluitingen op de verwarmingsketel
moeten berekend zijn op de specifi citeiten.
- Als de cv-ketel bestuurd wordt een 230 V-signaal, moet de cv-
ketel over een 230 V-ingangssignaal of -contact beschikken.
- De volgende kamerthermostaten zijn verenigbaar met het
systeem; EXACONTROL E7R B of EXACONTROL E7R C voor de
"draadloze" versies en 'EXACONTROL E7C voor de versie "met
draad".
- De installatie moet een draadloze buitenvoeler bevatten.
- Sluit de warmtepomp met eBUS dan rechtstreeks aan op de
sturingsmodule en respecteer de polariteit (+/-).
- Sluit de ketel rechtstreeks aan op de sturingsmodule.
- De oververhittingsbeveiliging moet aangesloten worden
volgens de huidige normen (op de ketel of circulatiepomp)
- De installatie is geschikt voor vloerverwarming
(verwarmingsaanvoertemperatuur < 50 °C) of radiatoren op
lage temperatuur (verwarmingsaanvoertemperatuur < 70 °C).
0020153651_01 - 02/13 - Bulex
INSTALLATIEHANDLEIDING VAN HET SYSTEEM
Aansluiting van de verwarmingsketel
Als reeds een kamerthermostaat is aangesloten op de bestaande
verwarmingsketel, verwijdert u deze.
Controleer of de kamerthermostaat aangesloten is op een 24 V- of 230
V-ingang van de verwarmingsketel.
24 V-contact =
Zie hoofdstuk
"Schema 3"
Voor een bestaande verwarmingsketel zonder buitenvoeler:
Verhoog de verwarmingsaanvoertemperatuur van de verwarmingsketel
Zorg ervoor dat de max. verwarmingsaanvoertemperatuur niet hoger is
dan 70 °C (50 °C voor vloerverwarming).
Voor een bestaande verwarmingsketel met buitenvoeler:
Behoud de ingestelde stooklijn van de verwarmingsketel als u tevreden
bent over het comfort van de bestaande installatie.
Zorg ervoor dat de max. verwarmingsaanvoertemperatuur niet hoger is
dan 70 °C (50 °C voor vloerverwarming).
Belangrijk: de instelling van de stooklijn van de Sturingsmodule moet
identiek zijn aan deze van de verwarmingsketel.
OK
Stel de installatie in gebruik..
Aansluiting van een 230 V relais (*) (niet meegeleverd))
(*) Voor een verwarmingsketel gestuurd door een 230 V Aan / uit-contact.
A
230VAC
1
B
230 V-voeding
= Sluit de 230
230 V-contact =
V-ingang van de
Monteer een 230
verwarmingsketel
V/230 V-relais
aan op de
(zie hieronder).
connector
"REL1" van de
Sturingsmodule.
met 5 °C.
NOK
Zorg ervoor dat de max.
verwarmingsaanvoertemperatuur
niet hoger is dan 70 °C (50 °C
voor vloerverwarming).
> Als deze instelling niet
beschikbaar is op de
verwarmingsketel, voert u ze uit
op de thermostatische kraan.
>Als er geen thermostatische
kraan is, monteert u een
temperatuurbegrenzingsinrichting
om de instelling te garanderen.
Legenda
1
Relais 230 V
A
Aansluiting op connector REL1 van
de sturingsmodule
B
Aansluiting op
230V-thermostaatconnector van een
verwarmingsketel gestuurd door
contact
NL
- 17 -