Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van De Maaihoogte - Toro 20776 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6.
Om de graszak te plaatsen, stap 3 t/m 4 herhalen.
MOGELIJK GEVAAR
Door een niet volledig gesloten afvoerdeur
kunnen voorwerpen uitgeworpen worden.
WAT ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen kunnen
persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder
of omstanders veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Als het deurtje niet kan worden gesloten
omdat de afvoer door maaisel verstopt is,
de motor af zetten en de handgreep van de
afvoerdeur rustig heen en weer bewegen
totdat het deurtje volledig kan worden
gesloten. Het deurtje niet dicht forceren,
omdat hierdoor het deurtje of de
handgreep beschadigd kunnen raken. Als
het deurtje nog niet kan worden gesloten,
verstopping met een stok verwijderen, niet
met de hand.

Instellen van de maaihoogte

Het unieke SmartWheel
eenvoudige methode om de juiste maaihoogte te
bepalen.
Het SmartWheel heeft twee schalen:
DUN/NORMAAL en DIK, om de beste
maaihoogte-instelling voor elke situatie te bepalen
(fig. 12). Gebruik normaal gesproken de schaal
DUN/NORMAAL tijdens de warme zomermaanden.
De schaal DIK is voor het dikke, malse gras dat
voornamelijk in de lente groeit.
Over het algemeen wordt aanbevolen:
Het gras moet meestal op de maaihoogte C, D
of E worden gemaaid, zodat het gras circa 5,1
tot 7,6 cm lang blijft.
van Toro biedt een
Maaien met een lagere instelling dan C wordt
afgeraden, tenzij het gras dun is of in de late
herfst, wanneer het gras minder snel groeit. Als
er lang gras gemaaid moet worden, stel de
maaier dan tijdens de eerste maaironde in op een
hogere maaistand en een lagere snelheid. Maai
het gras daarna nog eens op de normale
maaihoogte-instelling. Maait u te lang gras, dan
kan de maaier verstopt raken en de motor
afslaan.
Met behulp van het SmartWheel bepaalt u de
juiste maaihoogte, zodat niet meer dan circa 1/3
van de lengte van het gras wordt afgemaaid.
MOGELIJK GEVAAR
Bij het instellen van de maaihoogte kunnen
de handen met het draaiende mes in
aanraking komen.
WAT ER KAN GEBEUREN
Contact met het draaiende mes kan ernstig
letsel veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Verstel de maaihoogte niet als de motor
loopt en het mes draait.
Zorg dat uw vingers niet onder de maaikast
komen wanneer u de maaihoogte instelt.
1.
Voordat u de motor start en begint met maaien,
de maaier op het gras duwen. Stop wanneer de
letters op het SmartWheel
achterwiel rechtop staan (fig. 12).
2.
Vergelijk met behulp van het SmartWheel
(fig. 12) de punten van de grassprieten met de
letters op het wiel. De letter die met de hoogte
van de grassprieten overeenkomt, bepaalt de
juiste maaihoogte.
3.
Druk de maaihoogtehendel naar het wiel toe en
naar de juiste letter op de maaikast (fig. 13). Het
instellen gaat gemakkelijker wanneer u de
maaikast optilt, zodat het wiel vrij komt van de
grond. Steek daarbij geen vingers onder de
op het linker
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave