woorden GEVAARLIJK, WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG geven de ernst van het gevaar aan.
Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
GEVAARLIJK waarschuwt u voor zeer gevaarlijke
situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk
letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u
niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
WAARSCHUWING waarschuwt u voor een
gevaarlijke situatie die kan resulteren in ernstig
lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan
als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
VOORZICHTIG duidt belangrijke instructies inzake
uw persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te
voorkomen moet u dergelijke instructies zorgvuldig
lezen en opvolgen.
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op
belangrijke informatie te wijzen. "Belangrijk"
attendeert u op bijzondere technische informatie en
"Opmerking" duidt algemene informatie aan die
bijzondere aandacht verdient.
Wanneer over de linker- of rechterkant van de
machine wordt gesproken, wordt bedoeld gezien
vanuit staande positie achter de handgreep, in de
normale bedieningspositie.
Veilige bediening
Instructie
1.
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u
de maaimachine gaat gebruiken. Let op de plaats
en functie van de bedieningselementen en hoe u
de machine moet gebruiken.
2.
U dient erop toe te zien dat de machine niet door
kinderen wordt bediend of door volwassenen die
niet van de instructies op de hoogte zijn.
3.
Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de
machine gebruikt, met name kinderen en
huisdieren.
2
4.
Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is
voor ongevallen of schade aan andere personen
of hun eigendommen.
Voor ingebruikname
1.
Draag tijdens het maaien altijd een lange broek
en stevige schoenen. Draag geen schoenen met
open tenen en loop niet op blote voeten.
2.
Inspecteer het terrein waarop u de maaier gaat
gebruiken grondig en verwijder eventuele
voorwerpen die door de maaier kunnen worden
uitgeworpen.
3.
WAARSCHUWING – Benzine is licht
ontvlambaar.
Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken
die daar speciaal voor bedoeld zijn.
Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens
het bijvullen niet roken.
Vul zo nodig brandstof bij voordat u de motor
aanzet. Verwijder nooit de dop van de
brandstoftank en vul nooit brandstof bij wanneer
de motor loopt of voordat de motor na gebruik
een aantal minuten is afgekoeld.
Als er brandstof gemorst is de motor niet
aanzetten, maar eerst de maaier verplaatsen. Zorg
ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de
buurt van de gemorste brandstof komen totdat
alle benzinedampen verdwenen zijn.
Zorg voor een goede bevestiging van
afsluitdoppen van brandstoftanks en -blikken.
4.
Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.
5.
Controleer de messen, bevestigingsbouten en het
maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of
beschadiging voor het gebruik. Vervang
versleten of beschadigde messen en bouten altijd
als complete set om een goede balans te
behouden.
6.
Let op dat bij machines met meer maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
een mes draait.