Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koeling En Luchtcirculatie - Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Installeren

3.3.6 Koeling en luchtcirculatie

Koeling
Koeling kan worden gerealiseerd op diverse manieren: met behulp van koelleidingen aan onder- en bovenzijde van de eenheid, met behulp van lucht-
aanvoer en -uitvoer aan de achterzijde van de eenheid of via een combinatie van de koelmogelijkheden.
Kanaalkoeling
Voor een optimale installatie van een IP 00/Chassis frequentieomvormer in een Rittel TS8-kast is een speciale optie ontworpen die gebruik maakt van de
ventilator van de frequentieomvormer om te voorzien in geforceerde koeling van het uitlaatkanaal achterin. De lucht vanuit de bovenzijde van de behuizing
3
kan naar buiten worden geleid, zodat de warmteverliezen die afkomstig zijn van het uitlaatkanaal achterin buiten de ruimte wordt afgevoerd, zodat er
binnen minder airconditioning nodig is.
Zie
Installatie van kanaalkoelsets in Rittal-kasten
Koeling achterzijde
De lucht van het uitlaatkanaal achterin kan ook via de achterzijde van een Rittal TS8-kast worden aan- en afgevoerd. Dit biedt een oplossing voor gevallen
waarbij het uitlaatkanaal achterin lucht van buiten kan binnenlaten en de warmteverliezen naar buiten kan afvoeren, zodat er binnen minder aircondi-
tioning nodig is.
NB!
De Rittal-kast moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het uitlaat-
kanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 bedraagt
391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er sprake
is van extra componenten, warmteverliezen, in de kast moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat de luchtstroming
voldoende is om de binnenkant van de Rittal-kast te koelen.
Luchtcirculatie
Er moet worden gezorgd voor de nodige luchtcirculatie over het koellichaam. Hieronder wordt de luchtstroomsnelheid aangegeven.
IP 21/NEMA 1 &
IP 54/NEMA 12
IP 21/NEMA 1
IP 54/NEMA 12
IP 00/Chassis
* Luchtstroom per ventilator. Behuizing F is uitgerust met meerdere ventilatoren.
Tabel 3.2: Luchtstroom over koellichaam
NB!
De ventilator kan om de volgende redenen werken:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10 minuten actief zijn.
32
voor meer informatie.
Behuizing
D1 en D2
E1
F1, F2, F3 en F4
F1, F2, F3 en F4
D3 en D4
E2
AMA
DC-houd
Voormagn
DC-rem
60% van nominale stroom is overschreden
Specifieke temperatuur koellichaam overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
MG.33.U2.10 – VLT
Luchtstroom bij deurventila-
tor/ventilator aan bovenzijde
170 m
3
/u (100 cfm)
340 m
3
/u (200 cfm)
700 m
3
/u (412 cfm)*
3
525 m
/u (309 cfm)*
3
255 m
/u (150 cfm)
3
255 m
/u (150 cfm)
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
AutomationDrive FC 300
High Power Bedieningshandleiding
Luchtstroom over koellichaam
765 m
3
/u (450 cfm)
1444 m
3
/u (850 cfm)
985 m
3
/u (580 cfm)
3
985 m
/u (580 cfm)
3
765 m
/u (450 cfm)
3
1444 m
/u (850 cfm)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave