®
VLT
AutomationDrive FC 300
High Power Bedieningshandleiding
Alarm/waarschuwingslimieten:
Frequentieomvormer:
3 x 380-
500 V
Onderspanning
Waarschuwing lage
spanning
Waarschuwing hoge
spanning (zonder rem –
met rem)
Overspanning
De aangegeven spanningen hebben betrekking op de tus-
senkringspanning van de frequentieomvormer met een to-
lerantie van ± 5%. De bijbehorende netspanning is de
tussenkringspanning (DC-tussenkring) gedeeld door 1,35.
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning:
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de waarde voor 'Waar-
schuwing lage spanning' (zie bovenstaande tabel), zal de frequentieom-
vormer controleren of de 24 V-reservevoeding is aangesloten.
Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieom-
vormer uit na een bepaalde tijd die afhankelijk is van de eenheid.
Algemene specificaties
Zie
om te controleren of de voedingsspanning ge-
schikt is voor de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast:
De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens
overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor
de thermo-elektronische inverterbeveiliging geeft een waarschuwing bij
98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd. De
frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder de
90% is gezakt.
De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een te lange tijd voor
meer dan 100% is overbelast.
WAARSCHUWING/ALARM 10,
Overtemperatuur
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te
warm is. In par. 1-90 kan worden geselecteerd of de frequentieomvormer
een waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de teller 100%
bereikt. De fout is dat de motor gedurende een te lange tijd voor meer
dan 100% is overbelast. Controleer of motorparameter 1-24 juist is in-
gesteld.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermis-
tor:
De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld. In par. 1-90 kan
worden geselecteerd of de frequentieomvormer een waarschuwing of
een alarm moet geven wanneer de teller 100% bereikt. Controleer of de
thermistor juist is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge spannings-
ingang) en klem 50 (+10 V-voeding), of tussen klem 18 of 19 (digitale
ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er een KTY-sensor wordt gebruikt,
moet u controleren op een juiste aansluiting tussen klem 54 en 55.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing:
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in par. 4-16 (bij motor-
werking) of hoger dan de waarde in par. 4-17 (bij generatorwerking).
WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom:
De piekstroombegrenzing van de omvormer (circa 200% van de nominale
stroom) is overschreden. De waarschuwing zal ongeveer 8-12 s aanhou-
den, waarna de frequentieomvormer uitschakelt en een alarm geeft.
Schakel de frequentieomvormer uit en controleer of de motoras kan wor-
3 x 525-
690 V
[VDC]
[VDC]
402
553
423
585
817/828
1084/1109
855
1130
motor-ETR:
MG.33.U2.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
6 Waarschuwingen en alarmen
den gedraaid en of de maat van de motor geschikt is voor de frequen-
tieomvormer.
Als uitgebreide mechanische remcontrole is geselecteerd, kan de uit-
schakeling extern worden gereset.
ALARM 14, Aardfout:
Er is een lekstroom vanaf de uitgangsfasen naar aarde in de kabel tussen
de frequentieomvormer en de motor of in de motor zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef de aardfout op.
ALARM 15, Incomplete hardware:
Een gemonteerde optie kan niet worden verwerkt door de huidige stuur-
kaart (hardware of software).
ALARM 16, Kortsluiting:
Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef de kortsluiting op.
WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out:
Er is geen communicatie met de frequentieomvormer.
Deze waarschuwing zal alleen actief zijn wanneer par. 8-04 NIET is in-
Uit
gesteld op
.
Stop en uitsch.
Als par. 8-04 is ingesteld op
worden gegeven. Na de uitlooptijd volgt de uitschakeling, waarbij een
alarm wordt gegeven.
Par. 8-03
Time-out-tijd stuurwoord
kan mogelijk worden verhoogd.
WAARSCHUWING 22, Mech. rem hijsen:
Rapportwaarde zal het type fout aangeven.
0 = De koppelref. werd niet bereikt binnen de ingestelde tijd.
1 = Er was geen terugkoppeling van de rem binnen de ingestelde tijd.
WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator:
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die contro-
leert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing
kan worden uitgeschakeld via par. 14-53
Uitgesch
. [0]).
WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator:
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die contro-
leert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing
kan worden uitgeschakeld via par. 14-53
Uitgesch
. [0]).
WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand:
De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als er kortsluiting op-
treedt, wordt de remfunctie gestopt en een waarschuwing gegeven. De
frequentieomvormer functioneert nog wel, zij het zonder de remfunctie.
Schakel de frequentieomvormer uit en vervang de remweerstand (zie par.
Remtest
2-15
).
ALARM/WAARSCHUWING 26, Vermogensbegrenzing remweer-
stand:
Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht, wordt be-
rekend als een percentage, als gemiddelde waarde over de laatste 120
s, op basis van de weerstandswaarde van de remweerstand (par. 2-11)
en de tussenkringspanning. De waarschuwing wordt gegeven wanneer
het afgegeven remvermogen hoger is dan 90%. Als
lecteerd in par. 2-13 schakelt de frequentieomvormer uit en wordt een
alarm gegeven wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan
100%.
6
zal er een waarschuwing
Ventilatorbew
. (ingesteld op
Ventilatorbew
. (ingesteld op
Uitsch
. [2] is gese-
125